Muziek als ondersteunende hulpmiddel bij de constituties
Door Mirjam C. Radder, muziektherapeut
Oorspronkelijk volgens Steiner | Aangepaste versie |
1 Epileptisch | 1 gestuwd = moeilijk zich verbinden |
2 Hysterisch | 2 uitvloeiend = zich verliezen |
3 Zwavelarm | 3 Zwavelarm = dwangmatig vasthouden |
4 Zwavelrijk | 4 Zwavelrijk = overmatig vergeten |
5 Zwakzinnig | 5 Te zwaar = bewegingsarmoede |
6 Maniakaal | 6 Te licht = overbeweeglijk |
Steiner beschrijft de zes constitutiebeelden als verschillende toestanden waarin kinderen zich kunnen bevinden die een belemmering in hun ontwikkeling ondervinden. De heilpedagogische behandeling is direct op de constitutie gericht en het helpt het kind zich waar mogelijk van een eenzijdige constitutie los te maken.
De invloed van muziektherapie op de zes constitutiebeelden
1 Gestuwde constitutie: het wekken van de huid en de tastzin bij kinderen door klanken die vibreren en resoneren, zoals het achterblad van de chrotta (Keltisch snaarinstrument) tegen de rug plaatsen en op losse snaren strijken, te beginnen op de D-snaar en eindigen op de C-snaar. Of de voeten zonder schoenen laten plaatsen op het onderste gedeelte van het bovenblad en op dezelfde wijze de snaren aanstrijken. Het met de vingers over een bourdonlier strijken die je heen en weer zwaait. Op gong of koperen klankbuizen slaan en ermee zwaaien vlakbij het lichaam.
2 Uitvloeiende constitutie: het leren omgaan met weerstanden en grenzen. Het leren blazen en spelen op een kromhoorn (blaasinstrument met riet). Dat vraagt kracht van de ademhaling en de buikspieren. Ook doet het een beroep op het bewustzijn in de buik, wat kinderen helpt zindelijk te worden en het concentratievermogen vergroot.
Een bewegingsoefening die aan dit laatste ook bijdraagt is het in vierkwartsmaat klappen en stampen met handen en voeten. Alleen op de 1-ste tel vallen het klappen en stampen tegelijk. Vervolgens ga je alleen met het klappen door tot en met de vierde tel. Op de 1-ste tel klap en stamp je weer tegelijk en ga je door met alleen het stampen tot en met de vierde tel. Zo wissel je iedere keer het klappen en stampen af (het stampen doe je met één voet). Overigens werkt tempowisseling versterkend bij kinderen met deze constitutie.
3 Zwavelarme constitutie: het leren loslaten van voorstellingen, door ze te vergeten en het oplossen van verstarring te bewerkstelligen. Ritmische beweging staat voorop, teneinde de krachten in evenwicht te brengen. Erkenning en herkenning van dwang en angst van het kind vergroot de kans voor de therapeut om duidelijke structuur en veiligheid aan te bieden.
Met muziek kan je dit creëren door vaste volgordes van liedjes, muziekinstrumenten en beweging toe te passen. Het is van belang om daarin gedoceerd variaties en nieuwe oefeningen toe te voegen, zodat het spelen en de oefeningen niet als dwangfenomeen fungeren. Vooral ritme-variaties op strijk-, tokkel- of toetsinstrumenten (chrotta, lier, gitaar, piano) zijn geschikt voor deze vorm van therapie. Deze instrumenten genieten de voorkeur boven het gebruik van slagwerk.
4 Zwavelrijke constitutie: het leren onthouden van teksten bij liedjes, een melodie laten naspelen en motieven herhalen. Leren omgaan met het begrip tijd in de muziek (beginnen, stiltes inlassen, stoppen). Juist bij die kinderen biedt je wekkende en fijnere instrumenten aan met een heldere hoge klank (xylofoon, lier, blokfluit, kromhoorn, et cetera).
5 Te zware constitutie: traagheid (in waarnemen, denken, voelen) en bewegings-armoede ten gevolge van bijvoorbeeld stofwisselingsziektes. Gebruikmaken van instrumenten, stem en klanken die de beweging wekken. Deze kinderen hebben veel aanmoediging nodig, maar ga niet duwen of trekken, want dat leidt mogelijk tot koppigheid. Tijdens het zingen of spelen stimuleren, uitdagen nu tot een voortgaande beweging.
Leren door te spelen of te zingen, zonder pauzes. Tijdsduur van liedjes en bewegings en muziekactiviteiten langzaam maar zeker opbouwen en geleidelijk uitbreiden. Gebruik daartoe muziekinstrumenten die een ineengezakte houding tegengaan, zoals de chrotta, de kromhoorn of een piano en grote slaginstrumenten. Improvisatie met stem of een melodisch instrument stimuleert het ervaren van gevoelens, bevordert de expressie en de creativiteit van het kind.
6 Te lichte constitutie: leren de beweging tot rust te brengen, door afstand te leren nemen van prikkels uit de omgeving. Bij een spel of oefening precies vertellen hoe ze het moeten doen. Het terug vertellen hoe het is gegaan, versterkt hun bewustzijn. Die aspecten van muziektherapie zijn: het leren luisteren en tijdens het samenspelen op het juiste moment invallen. In de rust van het luisteren kan met het kind stapsgewijs worden gewerkt aan het beheersen van bewegingsimpulsen in het ritme, bijvoorbeeld op een slaginstrument (trommel, pauk of djembé), het naar elkaar leren luisteren tijdens het samenspelen en in het op elkaar afstemmen.
Het interesseren van het kind voor de muziek en het bespelen van een instrument werkt positief op de ontwikkeling.Temeer daar kinderen met deze constitutie gevaar lopen ten aanzien van de moraliteits-ontwikkeling: overgevoeligheid voor prikkels kan tot impulsief gedrag leiden in de vorm van liegen, stelen, stukmaken en agressie.
© Helend opvoeden 2025
