E2. Mens- en dierkunde
Vierde leerjaar
Klas 4 (groep 6)
De mens is de maat van alle dingen
"De mens, als het schoonste en meest volmaakte werk van God, als zijn evenbeeld en als een wereld in het klein, heeft een meer volmaakte en meer harmonische lichaamsbouw dan de overige schepselen, en draagt in zich alle getallen, maten en gewichten, beweging en elementen, kortom alles wat tot zijn voleinding behoort, en alles bereikt in hem als het meest verheven meesterwerk een volmaaktheid, zoals de overige samengestelde lichamen die niet bezitten."
Heinrich Cornelius Agrippa von Nettesheim
In het vierde leerjaar is 'mens- en dierkunde' een belangrijk onderdeel van het leerplan. Er wordt uitgegaan met de mens als drieledig wezen - hoofd (bovenpool of zenuw-zintuigpool), middengebied waar het gevoelsleven zetelt en dan de benedenpool (ledematen-stofwisselingspool). Het hoofd is koel, daar zetelt ons denken. Het is wakker. De zintuigen waarmee wij de wereld waarnemen, zijn hoofdzakelijk in het hoofd gezeteld (horen, zien, ruiken, proeven).
Het gevoelsleven is dromerig, daar zetelen de sympathieën en antipathieën. Onze wensen, onze begeerten worden wij in onze gevoelswereld gewaar. Ademhalingsstelsel en bloedsomloop zijn deel van dit middengebied.
In het wilsgebied leven onze activiteiten en handelingen. De mens kan zich verplaatsen en actief ingrijpen in de schepping. Ook de stofwisseling is hier gezeteld. Hier wordt het voedsel verteerd en verwerkt. Bij dierkunde wordt begonnen bij de inktvis als voorbeeld van een 'kopdier' waar de bovenpool (zenuw-zintuigpool) de boventoon voert.
In de mens is de drie gebieden op harmonische wijze aanwezig. De dieren zijn meer gespecialiseerd in de verschillende gebieden. Er zijn dieren die meer zenuw-zintuigwezens zijn, anderen die bij voorbeeld meer rompdieren zijn.
Wanneer overgegaan wordt naar de dieren, kunnen er voorbeelden behandeld worden waardoor de eenzijdige ontwikkeling op een beeldende wijze naar voren komt.
Daarna worden dieren behandeld waarvan bijvoorbeeld de romp de meest karakteristieke eigenschap van het dier is. In het volgende blok worden dieren die in andere werelddelen voorkomen behandeld. Er kan ook in het volgende leerjaar nog een dierkunde blok toegevoegd worden.
Als achtergrond (dus niet als lesstof maar voor de leerkracht), de fenomenologie website van Tom van Gelder:
https://tomvangelder.antrovista.com/driegeleding-van-de-mens-80m80.html
https://tomvangelder.antrovista.com/driegeleding-bij-zoogdieren-41m50.html
© Helend opvoeden 2025
