Het drieledig mensbeeld en de zes constituties
vanuit het perspectief van de psychiatrie
Uit het boek 'Psychiatrie, disbalans in de samenhang van de wezendelen'
door E. Beemster – Hoofdstuk 4
De drieledigheid beschreven als de geest, de ziel en het lichaam, zie hoofdstuk 2.
Het drieledig mensbeeld kan ook anders opgevat worden, namelijk:
- Het denken,
- Het voelen,
- Het willen.
Dit kunnen de kwaliteiten van de ziel genoemd worden. Als we het over gedrag hebben zou je kunnen stellen dat hierdoor het gedrag zichtbaar is.
In dit hoofdstuk wordt op twee manieren op deze drieledigheid ingegaan.
1. Er kan tussen deze drie gebieden een disbalans zijn, bijvoorbeeld als iemand teveel piekert. Hoe kan die disbalans zich manifesteren? Wat kan hieraan gedaan worden?
2. Daarnaast kennen we in het antroposofisch mensbeeld dat de drie gebieden ieder op zich onderhevig zijn aan verdichtende (centripetale) tendensen en uitvloeiende (centrifugale) tendensen. Zo kan het denkgebied teveel verdicht zijn, wat het gedrag kan bepalen. Door deze benadering komen 6 constitutiebeelden naar voren. In dit hoofdstuk zal op de beelden ingegaan worden en op hoe gewerkt kan worden aan een gezonde balans.
Balans tussen het denken, voelen en willen
In het hart weeft het voelen,
in het hoofd straalt het denken,
in de leden werkt het willen.
Wevend in 't stralen,
werkend in 't weven,
stralend in 't werken:
dat is de mens.
Rudolf Steiner
Deze spreuk van Rudolf Steiner geeft kernachtig de kwaliteiten weer van de werkgebieden van de ziel en hoe deze met elkaar verbonden zijn. Er is sprake van een doorweven, -stralen en –werken van de gebieden onderling. Zo kom je tot een bepaalde configuratie die bij een ieder verschillend en daarom uiterst individueel is.
Het kan zijn dat er een dusdanige disbalans heerst dat de mens belemmerd wordt om bepaalde ontwikkelingstaken op te pakken. Op psychisch gebied zie je onder andere het volgende:
Dominantie of juist een tekort | Beeld | Wat te doen |
Als het weven in 't stralen te veel is | zweverigheid | concentratieoefening |
Als het weven in 't stralen te weinig is | rationeel/gevoelloos | waarnemen/kunst |
Als het werken in 't weven te veel is | impulsief | rust |
Als het werken in 't weven te weinig is | zweverigheid | wilsoefening |
Als het stralen in 't werken te veel is | twijfelzucht | aan het werk/tuinieren |
Als het stralen in 't werken te weinig is | dwang/fixatie | concentratieoefening |
We kunnen deze drieledigheid ook beschrijven zoals de mens in de ruimte verschijnt, namelijk:
- In de bovenpool heeft het hoofd, met daarin de hersenen en zenuwen, een dominante plaats. Dit wordt ook wel het zenuw-zintuiggebied genoemd.
- Tot het middengebied van de menselijke gestalte behoren vooral de ritmisch verlopende processen zoals de bloedsomloop en de ademhaling. Het wordt daarom het ritmische gebied genoemd.
- In de onderpool bevinden zich organen die vooral een taak hebben in de stofwisseling en energiehuishouding van de mens. Het ledematenstelsel, met zijn beweeglijkheid, wordt ook tot de onderpool gerekend. Dit wordt aangeduid met het stofwisselingsledematenstelsel.
De drieledigheid kan op fysiek niveau ook in disbalans zijn, met meer fysieke symptomen:
Dominantie of juist een tekort
Beeld
De stofwisseling werkt te sterk door in de bovenpool.
Chronische vermoeidheid. Hoe meer er geslapen wordt, hoe vermoeider de ander is. Er kan een doffe hoofdpijn zijn, een zwaar gevoel (dood) terwijl er geen lichamelijke afwijkingen zijn.
Wat te doen
De bovenpool versterken door bijvoorbeeld minder te slapen en bewuste activiteiten aan te bieden.
Beeld
De bovenpool werkt te sterk op de stofwisseling.
Ook sterke vermoeidheid maar men kan niet slapen. Er wordt gepiekerd en men valt af.
Wat te doen
De onderpool dient versterkt te worden door wisselbaden of door ontlasting van de bovenpool door 's avonds geen t.v.
Middengebied op adem laten komen.
Hiermee wordt duidelijk dat deze drieledigheid zich uit op een fysieke zowel als psychische manier.
Steiner schetst de ziel als een innerlijke ruimte die een aantal bijzondere eigenschappen bezit.
In de voordrachten over de Psychosofie (1910) schrijft hij over "een actief-passief beweeglijk sensorium, een seismografisch waarnemen, een gevoelig kompas van uiteenlopende verzamelingen van signalen…."
Met deze inzichten kunnen we tot drie psychische vermogens van de menselijke ziel komen:
- Bovenpool - denken/voorstellen - verleden
- Middelpool - voelen/emotioneel uiten - heden
- Onderpool - willen/handelen - toekomst
Deze gebieden zijn te onderscheiden, maar niet te scheiden.
Dit driedelige bouwplan doortrekt het hele lichaam. Een voorbeeld is het gezicht. We kunnen het voorhoofd associëren met het denken, het midden van het gelaat met het voelen en de kin met het willen ('de kin vooruit!') Een ander voorbeeld is de arm. De bovenarm is vooral op kracht zetten ingesteld, de onderarm op het voelen, de hand op tastend waarnemen.
De ruimte binnen de ziel is voor de mens een onmisbaar gegeven. Pas daarbinnen wordt de mens tot een menselijk individu en verbindt hij, wikkend, wegend en beoordelend, alle informatie uit het verleden, het heden en wat goed is voor de toekomst.
Daarnaast kan nog gezegd worden dat de bovenpool erop ingericht is om de buitenwereld waarnemend en denkend op te nemen, te verinnerlijken.
De onderpool daarentegen is erop gericht om de buitenwereld (voedsel) af te breken en daarna te gebruiken voor de opbouw van het eigen lichaam. De ledematen zijn er om in de wereld in te grijpen en om deze te veranderen.
De middelpool, de tussenpositie, zorgt voor de afwisseling. De ademhaling, waarbij een deel van de buitenwereld naar binnen wordt genomen en bij de uitademing lucht van binnen weer wordt teruggegeven.
Deze drie grote functiegebieden van het menselijk organisme zijn zo omvattend dat een disharmonie hiertussen verstrekkende gevolgen kan hebben. Er is een fijnmazig samenspel nodig. Het raakt regelmatig uit balans. Het hangt van verschillende factoren af of het evenwicht weer vanzelf herstelt.
Dit hangt onder andere af van de gesteldheid van de ontwikkeling van de twaalf zintuigen, de poorten naar de ziel (zie hiervoor het vorige hoofdstuk).
Daarnaast is van invloed of de mens meer naar binnen gekeerd (centripetaal) is op een van de zielengebieden of juist meer naar buiten gekeerd (centrifugaal). Daarmee komen we op de volgende paragraaf van dit hoofdstuk.
Toelichting bij de zes beelden in uitgaven van 'Genezend Opvoeden'
Centrifugaal, perifeer gericht, oplossen | Centripetaal, centrumgericht, uitkristalliseren | |
Maniakaal, overbewegelijk gedrag, ongeremde impulsiviteit | beheersen | Zwakzinnig, te traag, moeilijk in beweging te komen |
Hysterie, zich verliezen in de omgeving, hypersensitief | doordringen | Epilepsie , verkramping, stuwing, moeite met overgangen |
Zwavelrijk, niet kunnen herinneren, broeden, geheugengaten | compenseren | IJzerrijk, niet kunnen vergeten, malen, dwanggedachten |
Oorspronkelijk volgens Steiner | Aangepaste versie |
1 Epileptisch | 1 gestuwd = moeilijk zich verbinden |
2 Hysterisch | 2 uitvloeiend = zich verliezen |
3 Zwavelarm | 3 Zwavelarm = dwangmatig vasthouden |
4 Zwavelrijk | 4 Zwavelrijk = overmatig vergeten |
5 Zwakzinnig | 5 Te zwaar = bewegingsarmoede |
6 Maniakaal | 6 Te licht = overbeweeglijk |
Eerste Duo
Hysterisch
- uitstromen (vandaag genoemd neurose)
- persoonlijkheidsstoornissen
- constitutioneel, psychisch of lichamelijk trauma
- Bij de open/uitvloeiende eenzijdigheid is er daarentegen sprake van een centrifugaal gericht extrovert uitvloeien en zich verliezen in de omgeving.
- 'centrifugaal openen en zich verliezen'.
- De grens tussen binnen- en buitenwereld staat centraal en de ritmische afwisseling in het zich verbinden met en loslaten van de omgeving.
Epileptisch
- stuwing astraal/ik
- algemeen bekende verschijnsel
- (ik-epilepsie, astrale epilepsie gepaard gaand met toevallen)
- psychopathologische gedragsafwijkingen; ook kleptomanie valt hieronder volgens Steiner.
- Binnenwereld/buitenwereld
- introvert gesloten/gestuwde eenzijdigheid in de constitutie waarbij sprake is van een overmaat aan afsluiting en stuwing, zowel zielmatig als lichamelijk.
- 'centripetaal afsluiten en stuwen'
Tweede Duo
IJzerrijk
- Dwangmatig
- ontwikkelingspsychosen en autistische afwijkingen
- In deze polariteit gaat het om het proces van het denken en het vergeten en herinneren.
- Bij de dwangmatig/ijzerrijke eenzijdigheid sprake is van een overmaat aan vorm in het geheugen, een gebrek aan oplossing in de ziel en een neiging tot verstarring in het lichamelijke.
- 'centripetaal, verdichtend vormgeven'
Zwavelrijk
- Slechte leerprestaties en als ernstiger, geringe zelfredzaamheid
- Bij de vergeetachtig/ zwavelrijke eenzijdigheid in de constitutie is er daarentegen sprake van een gebrek aan vorm in het geheugensysteem, een niet gecontroleerde oplossende tendens in de ziel, alsmede een verlies aan contour vormende element in het lichamelijke.
- 'centrifugaal, vorm verdringend, oplossen'.
- Er is sprake van een gebrekkig relatie tussen vorm geven en vorm oplossen, processen welke in de gezonde situatie in evenwicht zijn.
Derde Duo
Maniakaal (vandaag ADHD)
- Te licht (overbeweeglijk)
- Bij de licht/over beweeglijk eenzijdigheid in de constitutie is er sprake van een versnellen en een gebrek aan rust en ontspanning, een niet gecontroleerde bewegingsdynamiek in het willen en handelen, alsook in de stofwisselingsprocessen.
- 'centrifugaal gericht, niet geremd, versnellen'
Zwakzinnig
- Verstandelijk gehandicapt
- Ernstig achterblijven van intelligentieontwikkeling , maar dan als symptoom van ontwikkelingsafwijkingen als autisme, epilepsie, post-encefalitis, en andere.
- Te zwaar (van beweging)
- In deze polariteit staan zwaarte en lichtheid in de beweging centraal, fenomenen welke hun basis hebben in stofwisseling-ledematenprocessen.
- Bij de zwaar/trage eenzijdigheid sprake is van een vertragen, een gebrek aan beweeglijkheid en een niet in beweging kunnen komen in de ziel met een overmaat aan bewegingsloosheid en zwaarte (gebrek aan lichtheid) in het lichamelijke.
- 'centripetaal gerichte, impulsarm vertragend'.
Gebruikte literatuur
- 'Kinderen met een raadsel' van Moniek Terlouw
- 'Ontwikkelingsstoornissen bij kinderen' van M. H. Niemeijer
aangevuld met inzichten en ervaringen van Egbert van Wijk, huisarts en Kate Becarren, leerkracht en zorgcoordinator steinerschool De Wingerd - Brasschaat
© Helend opvoeden 2025
