menu

C. 2e leerjaar

De tweede klas: 7-8 jaar

In de tweede klas vertonen de kinderen duidelijker hun (on)-hebbelijkheden. Zij steken hun mening over elkaar niet onder stoelen of banken en beginnen ook de autoriteit van de leerkracht af te tasten. De klas als groep is ontstaan en binnen dat stabiele sociale geheel komen de kinderen ding tevoorschijn. Niet dat zij meteen al karakters uit één stuk zijn; de sterk gevoelde en ook niet verhulde afkeer van een klasgenootje kan een dag later omslaan in gevoelens van sympathie.

Een vrijeschooljuf: "De vertelstof in de tweede klas, de heiligenlevens en de fabels, weerspiegelt de fase van de tweedeklasser. Neem nou de fabel van de vos en de raaf. De raaf zit daar op die boomtak met dat stukje kaas een beetje ijdel te wezen. De vos, listig als hij is, roemt de zangkunst van de raaf en verleidt deze tot een partijtje gekras. We kennen allemaal de afloop: de kaas valt uit de bek van de raaf naar beneden en voordat het gekras begint, is de vos al met het begeerde hapje verdwenen."

In feite staan de kinderen natuurlijk aan het begin van een lang en pijnlijk proces, dat hen tot zelfstandig oordelende en handelende mensen zal maken. Maar juist doordat die weg zo pijnlijk is, ook al aan het begin, is de humor van de fabels zo verzachtend. Pret kunnen hebben om menselijke tekortkomingen, de absurditeit van situaties kunnen beleven, dat is waar de tweedeklassers behoefte aan hebben. Ze zijn er trouwens tegelijk ook meesters in!

Het onderwijs in deze klas heeft nog veel van het levendige van de eerste klas. Bij het rekenonderwijs bijvoorbeeld worden allerhande spelletjes gedaan. Met veel voetgestamp en handgeklap worden de tafels van vermenigvuldiging uit het hoofd geleerd, als waren het versjes. Karakteristiek voor het rekenonderwijs aan de vrijescholen is overigens dat wordt uitgegaan van het geheel. In de tafel van drie heet het niet alleen: "drie maal drie is negen", maar ook omgekeerd: "negen is drie maal drie". Het getal 1 is niet zomaar 1 , zoals je er nog eens een paar miljard van hebt, maar staat voor een geheel. Zo komt het getal 2 als een tweeheid tevoorschijn uit het getal 1, dat voor een eenheid staat. Deze "omgekeerde" manier is ontwikkeld om de wereld van de getallen zo concreet mogelijk te maken. Dat de appel eerst 1 is en vervolgens 2 wordt als hij doormidden is gesneden, en daarna vier als de helften opnieuw worden gedeeld, kan een kind concreet voor zich zien.

Bij het lezen en schrijven gaat het dit jaar niet om de afzonderlijke lettertekens, maar om de woorden in een bepaald tekstverband. Een woord is samengesteld uit aantal 'klanktekens': het woord 'slot' bijvoorbeeld bestaat uit de Slangenletter, de Leeuwenletter, de O van de verbazing (Oh!) en de Torenletter. De moeilijke stap van de letters naar de woorden wordt gemaakt en het eerste lezen begint.

Overgenomen uit de website van de Vrije School Den Haag

De vakken

Rekenen
  • Normaliter wordt nu verder met de hoofdbewerkingen gewerkt. Op de KDC gewoon doorgaan met tellen in ritmen en aftelrijmpjes. Ook het klokkijken zal doorgaands niet in het vermogen van de kinderen liggen.
Heemkunde
  • De bomen en dieren in de naaste omgeving.
Vormtekenen
  • Symmetrische figuren. De kinderen leren het spiegelen.
Tekenen
  • Leren omgaan met een grote diversiteit aan tekenmaterialen.
Schilderen
  • Kleurstemmingen schilderen vanuit verhalen.
Handenarbeid
  • Met diverse materialen leren om leuke dingen te maken.
Vreemde talen
  • Vanuit de nabootsing versjes en liedjes leren.
Handwerken
  • Leren haken staat centraal - vingerhaken?
Muziek
  • Veel liedjes zingen. Blokfluit spelen is meestal niet mogelijk voor de kinderen op de KDC

Indien er kinderen in de groep zijn die het leren spelen op een blokfluit aankunnen, mogen wij het zich niet onthouden. Het zal niet vaak gebeuren.

Voor het heilpedagogische kind van deze leeftijd is het belangrijk dat er:

  • met de fabels en de heilige legenden gewerkt worden;
  • de zielenkrachten aangesproken worden;
  • de taal 'beleefd' wordt door klanken, ritme en melodie, vertellingen;
  • interesse gewekt wordt voor de wereld om hem/haar heen;
  • de kleuren 'ervaren' worden op esthetisch/kunstzinnige wijze;
  • beweging (ritmisch lopen & spreken).

© Helend opvoeden  2025

naar boven