De zevende en achtste leerjaren
Zevende leerjaar (13/14 jaar)
Het kind van deze leeftijd heeft nog niet de harmonie van lichaam en psyche teruggevonden. Ze zijn nog steeds onhandig en dat uit zich ook in gedrag. Ze willen graag feiten en details weten. Een belangrijke mijlpaal in deze jaren is het penetreren van het etherlichaam in het astrale lichaam. Flexibiliteit van willen, voelen en denken moet ondersteund worden door de leerstof.
De voortplanting houdt in het vermogen om de eigen soort voort te brengen. Op denkniveau is het vermogen om scheppend te denken. Nieuwe ideeën die een logisch sluitend geheel vormen, kunnen tot stand gebracht worden.
Het zevende leerjaar kan een buitengewoon uitdagende en lonend jaar voor de kinderen worden. De zevendeklasser staat op de rand van de puberteit. Niet alleen grote fysieke veranderingen vinden plaats, maar ook de cognitieve ontwikkeling maakt een grote stap. De kinderen zijn enthousiast en worden onafhankelijker. Sociale verhoudingen krijgen een primaire plaats.
Op cognitieve vlak kunnen de kinderen met een ontwikkelingsachterstand niet tred houden met deze ontwikkelingstrap. Het is des te belangrijker dat de opvoeders nu rekening blijven houden met de ongeschonden wezenskern van het individu. Verder moet hij of zij niet uit het oog verliezen dat de andere zielenkwaliteiten, het willen en het voelen, niet in de zelfde mate afhankelijk zijn van hersenstructuren als het (gewone) denken. Daarom is het belangrijk om aansluiting te vinden bij de gevoelsmatige verbinding met de omgeving en om een antwoord te geven op hun enthousiasme om een verbinding met de wereld te vinden. Vaak ontwaakt er bij de kinderen op deze leeftijd het bewustzijn dat zij een handicap hebben, dat ze 'anders' zijn. Dat kan heel pijnlijk zijn, ook al is het maar een vage gewaarwording. Het is aan de begeleiders om ze hier veilig door te loodsen.
Achtste leerjaar
Een belangrijke overgangsperiode, zelfstandig oordelen en denken komt naar voren.
Met de komst van de puberteit ontwaakt de logische denkcapaciteit en een onafhankelijk oordeelsvermogen. De autoriteit van de klasse leraar verdwijnt en het individuele zoeken naar de waarheden van het leven komt op gang. De kinderen staan voor de deur van de volwassenwording. Het spreekt vanzelf dat de afhankelijkheid van de kinderen met een ontwikkelingsachterstand niet kan plaatsvinden op eenzelfde wijze. Ieder individuele kind zal hier op eigen wijze een weg in moeten vinden, met de hulp van de begeleiders. Het verlangen naar meer onafhankelijkheid is er vaak niet minder om! Taakjes waarbij er meer eigen verantwoording te pas komt, zinvolle vrije tijdsbesteding, basale handvaardigheden, praktische activiteiten en zelfstandigheid moeten nu veel aandacht krijgen.
Er komen vakken als natuurkunde, biologie, sterrenkunde en weerkunde in het leerplan. Ook mechanica, meteorologie en de wetten van perspectief komen nu te pas. Het spreekt vanzelf dat vele van de begrippen die nu ter spraken komen, niet voor de kinderen met een ontwikkelingsachterstand toegankelijk zullen zijn. Zoals elders al genoemd, de praktische vakken zullen nu meer aandacht genieten. De leerplannen van leerjaren zeven en acht worden hieronder vrij kort en weinig uitgebreid genoemd.
Het voert de opvoeders van deze doelgroep te ver om zich voldoende in de onderwerpen te verdiepen en dan de vertaalslag naar de kinderen van de KDC te maken. Het zal echter heel goed zijn als een deel van de vakinhoud dat wel mogelijk is om aan de kinderen te brengen, toch opgepakt wordt. De vertelstof alleen al, biedt een wijd scala aan toegankelijk materiaal. Verder kunnen bijvoorbeeld gezonde voeding en leefwijze heel goed behandeld worden.
Kennismaking met andere volken en werelddelen, verhalen over de sterren, kennismaking met verschillende mechanische wetmatigheden zoals een katrol, experimenteren met en ervaren van de elementen, lichtspel en bijvoorbeeld de watercyclus, blijven nog binnen het mogelijke ervaringsveld voor deze kinderen. Het is goed dat de opvoeder weet welke vakken de kinderen van deze leeftijdsgroep anders wel aangeboden zouden krijgen. Voor onze doelgroep voeren veel aspecten van deze vakken natuurlijk te ver. Wanneer er toch iets in deze richting op een interessante en kunstzinnige wijze bevattelijk gemaakt kan worden, is het heel fijn. Hetzelfde geldt voor natuurkunde.
Taalontwikkeling
Het uitdrukken van gevoelens als verbazing, verwondering of wens.
Vaak voeren de kinderen een toneelstuk op. Het is goed om de kinderen nu een toneelstuk met meer uitdaging te laten inoefenen, misschien een project waar heel het jaar aan gewerkt wordt om dan uiteindelijk op te voeren. Rekwisieten en decor maken als deel van het project.
Als thema een van de biografieën uit de vertelstof, een verhaal van iemand die grote tegenstand moest overwinnen en moedig en krachtig de uitdagingen aangaat, kan diep indruk maken op deze leeftijd. Wanneer er lang en uitvoerig aan zo een verhaal gewerkt wordt, zodat alles eigen gemaakt kan worden, kunnen zij het als leidraad meenemen in hun verdere leven.
Ook poëzie is een belangrijk deel van de taalontwikkeling. Het is goed om echte poëzie aan te bieden op deze leeftijd, laat het horen, gebruik het als vertelstof (balladen) of anders als ritme of klankoefening; geef ze vooral de gelegenheid om goede, echte poëzie te horen en te leren kennen.
Vertelstof
Verhalen van andere tijden, volken en landstreken.
De vertelstof geeft antwoord op het zoeken naar de waarheid, zelfstandigheid en zelfexpressie, dat zo eigen is aan het kind in deze levensfase. Ze leren grote figuren uit de geschiedenis zoals Martin Luther (de hervorming), Christopher Columbus (de ontdekkingsreizen) of Jeanne d 'Arc kennen. Zij ervaren zo dat er anderen grote strijd en tegenstand hebben overwonnen en een daardoor juist een belangrijke bijdragen leverden aan de wereld.
Geschiedenis
Ontdekkingsreizen, Renaissance, opkomst van de nieuwe industrie.
In de geschiedenislessen worden boeiende verhalen als illustratie van de verschillende tijdperken gekozen en verteld. Rond het einde van de 15de eeuw vinden ingrijpende veranderingen plaats in de westerse beschaving. De Renaissance en de Hervorming leidden een nieuwe wijze van naar de wereld kijken in. Ook de kinderen kijken met nieuwe ogen en nieuwe vermogens naar de wereld. Door middel van observatie leren zij de verschijnselen kennen, die rechtstreeks leidden naar de moderne wetenschappelijke kennis.
In de achtste klas wordt speciale aandacht besteedt aan de drang naar vrijheid en de revoluties die daaruit voortspruiten in Frankrijk, Rusland en Amerika.
Aardrijkskunde
In de zevende worden weerkunde en ook sterrenkunde aangeboden.
Ze maken kennis met de geschiedenis en leefwijze van verschillende volkeren in de 8ste klas.
Gezondheid en voedingsleer
Voeding en algemene gezondheid en welzijn van de mens: wat heeft een positieve of juist een ziekmakende invloed op de gezondheid.
In de 8ste klas worden de verteringsprocessen en transformerende processen (bijv. fotosynthese) nader bekeken. De werking van lucht, vuur, water en aarde wordt onderzocht.
Biologie
Ademhaling, bloedsomloop, het skelet en de werking van de verschillende organen worden behandeld.
Natuurkunde
In de zevende en achtste klassen maken de kinderen o.a. nader kennis met de watercyclus, reflectie, warmte en elektriciteit, licht- en klankfenomenen en de verbrandingsprocessen. In de 8ste klas wordt de mechanica in verband met de toepassing van de werking daarvan in de wereld van de techniek behandeld; de verworvenheden van de industriële revolutie en de invloed daarvan op de samenleving (zoals bij voorbeeld de stoommachine), worden ook behandeld. Hefboom, katrol, takel, hellend vlak, schroef.
In de tekenlessen worden de wetten van het perspectief gedaan en in de meetkunde krijgen zij te maken met de constructie van solide vormen en de vijf Platonische vormen.
Handwerken
De kinderen leren met een naaimachine werken. Ze maken zelf een kledingstuk.
Handenarbeid en tuinbouw
Eenvoudige praktische voorwerpen van hout, bewegend speelgoed; kweken van vruchten en groenten.
De ambachten
Handwerken en de ambachten zijn zeer belangrijke componenten van de heilpedagogie, en worden op een vroege leeftijd in de klasse aan de leerlingen geïntroduceerd. Wanneer de leerlingen de middelbareschoolleeftijd bereiken komen de meer specifiek ambachtelijke activiteiten steeds meer aan bod. Het is wenselijk om alle leerlingen de gelegenheid te bieden om een deel van zijn/haar ochtendprogramma in een ambachtswerkplaats te besteden, waar zij zonder druk en op een creatieve wijze aan de werksfeer kunnen wennen.
Het is fijn als de leerlingen verschillende werkplaatsen kunnen ervaren. Op deze wijze krijgen zij een breed scala van ervaringen wat betreft sensorische voorlichting, processen, materialen en vaardigheden. Door het ambachtelijk werken krijgen de leerlingen gelegenheid om creatief te zijn en zelfexpressie wordt mogelijk.
De leerling wordt betrokken in processen die geduld, volharding en concentratie vereisen. Een gevoel van voldoening bij afronding van een taak komt tot stand. Hij of zij neemt deel aan teamwerk. Er worden onderwerpen geproduceerd die in het dagelijkse leven nuttig zijn
© Helend opvoeden 2025
