F4. Rekenen
Vijfde leerjaar
Het rekenonderwijs behandelt maten, inhouden, gewichten. Eerst de maten die aan het menselijk lichaam zijn ontleend, zoals de duim en de el. Daarna de meer abstracte decimalen, de centimeter, de decimeter, de kilometer.
Voor de kinderen op het dagverblijf kunnen wij doorgaan met ritmisch tellen, telliedjes en aftelspelletjes, winkelspelletjes, misschien ook wel tellen in vijven en tienen. Verder blijft het belangrijk de begrippen waarbij verhoudingen een rol spelen, steeds in het dagelijkse gebeuren terug te laten komen (groter als / evenveel).
Tafel dekken, uitdelen van allerlei aan de groepsgenoten, de dagen van de week, de maanden van het jaar altijd blijven benoemen, ook de datum (hoeveelste dag van de maand). Spelletjes waarbij een dobbelsteen gebruikt wordt zijn ook leerzaam. Ze leren bij bovengenoemde activiteiten om in te schatten en het oordelend vermogen van de denken wordt gestimuleerd en geactiveerd. Daarbij blijft het beeldend denken ook ondersteuning geven. Door het ritmisch geheugen wordt de mogelijkheid geboden om eenvoudige getalbegrippen eigen te maken. Dat wordt gedaan zonder om enige verwachtingen te koesteren dat het zal lukken. De bedoeling is niet om hierbij de abstracte rekenkundige begrippen bij de kinderen thuis te brengen. Ze krijgen de gelegenheid om te relativeren en te vergelijken.
Hoeveel handen is jouw tafel? Hoeveel stapjes van de deur naar de kast? Het kind stapt, de juf telt. We meten wie is het langst - een maatlat tegen de muur, over een half jaar doen wij het weer. Ben jij gegroeid?
Ze krijgen echter op deze wijze de mogelijkheden aangereikt om basale vaardigheden, die ze straks in het dagelijks leven zullen tegenkomen, te bemachtigen.
Verder stimuleren alle ritmische activiteiten het midden (emotionele leven op zielengebied en ademhaling/bloedsomloop op fysiek gebied).
De wil wordt ook gestimuleerd (doorgeven/klappen en stampen terwijl er geteld wordt). De activiteiten werken niet alleen maar direct op het doel (= rekenen) maar engageren het volledige wezen van het kind; daardoor werken de activiteiten ook stimulerend en activerend op vele andere aspecten van z'n zijn.
© Helend opvoeden 2025
