E3. Taalontwikkeling
Vierde leerjaar
Wat de taalontwikkeling betreft zijn de kinderen nu toe aan tijdsbegrippen op grammaticaal gebied. Er kan gesproken wordt over gisteren, vandaag en morgen. Er kunnen verhalen verteld worden om de begrippen voor de kinderen te ordenen en begrijpelijk te laten worden. Vooral niet 'tegen ze aan praten' om zogenaamd feitelijke kennis over te dragen, maar gewoon op een kunstzinnige wijze de begrippen thuisbrengen en de mogelijkheid scheppen dat ze het met meer bewustzijn zullen beleven en dat het 'beklijven': In de Vrije School worden de drie Nornen uit de vertellingen van de Edda vaak gebruikt om de tijd (verleden, heden en toekomst) uit te drukken.
Toneelstukjes opvoeren en de eigen belevenissen gebruiken om de begrippen te laten leven. Wie deed gisteren de picto's? Wie doet het vandaag? Wie zal het morgen doen?
Verzen en gedichten met stafrijm (alliteratie) is goed voor de kinderen van deze leeftijd. Het heeft een wakkermakende werking en ondersteunt daarom de ontwikkelingsfase waarin de kinderen nu gekomen zijn.
© Helend opvoeden 2025
