Versjes en liedjes bij activiteiten, beweging & zangspelletjes
Liedjes, spreuken en versjes
Versje om een kring te vormen
Worden wij een bloemenkrans | staand |
Licht en liefde helpen thans | uit |
's winters rusten van ons taak | in |
Tot de lente roept: ontwaak! | uit |
Kleur door zomerzon gebracht | in |
Tovert herfst tot gouden kracht | uit |
Dagelijks de weg weer vinden | in |
Waarmee eng'len ons verbinden | uit |
Licht en liefde geven kracht
Om te groeien als een bloem.
In de winter slapen, dromen,
In de lente vreugdezang.
In de zomer kleurenpracht,
In de herfst, wordt goud gebracht.
Dag na dag wordt aan ons getoond
Welke weg wij moeten gaan
Door de eng'len om ons heen
In- en uit-bewegend in de kring; naar binnen bewegend gaan de armen omhoog en vormen een O; wanneer ze naar buiten bewegen, vormen de armen een A.
Barbara Palesty * ( vrij vertaald N.C.).
Winkelspel
Tierelier, wat ga je kopen?
Tierelier, bij de kruidenier?
Een pond suiker, een pond meel.
En een busje met kaneel.
Tierelier, tierelier
Goede morgen kruidenier!
Tierelier, wat ga je kopen?
Tierelier, bij de kruidenier?
Een pond bonen, een pond zeep
En een chocoladereep.
Tierelier, tierelier,
Goede morgen kruidenier!
(Ook als vingerspelletje.)
Boetseerversjes
Knijpen en kneden
Kneden en knijpen
Drukken en duwen,
Duwen en drukken
Wrijven en voelen,
Voelen en wrijven.
Zo wordt mijn klei warm en zacht
Zacht en warm, wordt mijn klei.
En de slang wordt hoe langer hoe dunner
Rollen rollen rollen rollen om en om (2 maal)
maak een ronde balletje om en om
maak een bal zo rond om en om.
Breiversje
Insteken
draad omslaan
doorhalen
af laten gaan.
Bakken
Zeg bakkertje, zeg bakkertje
Wat doe je met dat meel
Ik bak er lekkere bolletjes van
En koekjes o zo veel
Bak oven, bak oven
Bak onder en bak boven
Bak bol, bak rond
Bak bolletjes voor mijn mond
En er was er eens een vrouw
Die koekebakken wou
Maar het meel dat wou niet rijzen
En de pan viel om, en de koeken waren krom
En de man heet Jan van Gijzen.
Opruimen
Duimelot en Likkepot en Lange Jaap
En Ringelingeling en ook nog eens dat kleine Ding
Die ruimen allemaal op
Opruimen, opruimen, kom help maar mee
Opruimen, opruimen, kom help maar mee.
Zangspelletjes
Zakdoekje leggen
Zakdoekje leggen, niemand zeggen,
Kukeleku zo kraait de haan.
K'heb maar één paar schoenen aan,
Één van stof en één van leer,
Hier leg ik mijn zakdoekje neer.
Hinkel de pinkel
Hinkel de pinkel daar komen wij aan,
Wij hebben geen kousen en schoenen meer aan.
En met de handen op de rug.
Hinkel de pinkel en dan weer terug.
Speelwijze:
De kinderen vormen een kring. Een peuter hinkelt in tegengestelde richting en voert de beweging uit welke in de laatste 2 regels worden aangegeven. Daarna kiest hij/zij een ander vriendje.
Alle peuters voeren tegelijk de bewegingen uit.
In een rij lopen
Olifantje in het bos,
Laat je mama toch niet los.
Anders raak je de weg maar kwijt,
En dan krijg je later spijt.
Olifantje in het bos.
Laat je mama toch niet los.
Parapluutje, parasolletje
Parapluutje, parasolletje
't ene voor de regen, 't andere voor het zonnetje
Pardon.
Speelwijze:
Kinderen in een kring of meerdere lopen met paraplu in de kring rond, bij pardon bieden ze de paraplu aan degene waar ze voor staan.
Spel begint opnieuw.
Zo gaat de molen
Zo gaat de molen, de molen, de molen.
Zo gaat de molen, molen.
Zo gaan de wieken, de wieken, de wieken.
Zo gaan de wieken, de wieken.
Speelwijze:
Zo gaat de molen kring rechtsom wandelpas, zo gaan de wieken linksom wandelpas.
Ketting rijgen
'k zou zo graag een ketting rijgen.
Maar ik kon de draad niet krijgen.
Ha, ha victoria. Ha, ha victoria.
Speelwijze:
Lange rij. Nr. 1 en 2 maken poortje nr. 3 en 4 erdoor en weer poortje enz.enz.
Jan Huigen
Jan Huigen in de ton, met een hoepeltje erom,
Jan Huigen, Jan Huigen
En de ton begon te buigen, te buigen, te buigen.
En de ton die viel in duigen, in duigen, in duigen.
Speelwijze:
Kinderen in een kring, handen vast. Woorden geven bewegingen aan, bij laatste in duigen op hurken gaan zitten.
Op een grote paddenstoel
Op een grote paddenstoel, rood met witte stippen.
Zat kabouter spillebeen, heen en weer te wippen.
Krak zei de paddenstoel, met een diep zucht,
Allebei de beentjes…… hoepla in de lucht.
Maar kabouter spillebeen hield niet op met wippen.
Op die grote paddenstoel, rood met witte stippen.
Daar kwam vader Langbaard,
En die riep toen luid: "moet dat stoeltje ook kapot?
Eigenwijs kijk uit".
Elsje Fiderelsje
Elsje Fiderelsje, zet de klompjes bij het vuur.
Moeder bakt pannenkoeken, maar het meel is zo duur.
Pinge, linge, linge, pannenkoek, stroop met rozijnen.
Pinge, linge, linge, pannenkoek, kom'j op bezoek.
Lammetje
Lammetje, lammetje, lammetje.
Kom toch es over m'n dammetje.
Lammetje zoet, lammetje klein.
Wil je mijn vriendje zijn.
Twee handjes
Twee handjes op de tafel, twee handjes op de schouders, op het hoofdje allebei.
Nu maken we twee vuistjes, zo stevig als het maar kan.
Daar gaan we nu mee trommelen, van je rommeldebommeldebom.
De duimpjes zijn de dikste, de pinkjes zijn maar klein.
Nu moeten alle handjes, weer vlug op het ruggetje zijn.
Zeg moeder
Zeg moeder waar is Jan? Daar ginder, daar ginder.
Zeg moeder waar is Jan? Daar ginder komt hij an.
Waar is hij dan geweest? Bij tante, bij tante.
Waar is hij dan geweest? Bij tante op het feest.
Wat heeft hij daar gehad? Een koekje, een koekje.
Wat heeft hij daar gehad? Een koekje met een gat.
Wat kreeg hij daar nog na? Een kopje, een kopje.
Wat kreeg hij daar nog na? Een koekje chocola.
Wie waren daar nog meer? Twee dames, twee dames.
Wie waren daar nog meer? Twee dames en een heer.
Opa Bakkebaard
Opa Bakkebaard heeft een huisje.
In dat huisje is het goed.
Opa Bakkebaard is aan 't werken en weet je wat hij doet?
Hij veegt de vloer met een bezem, met een bezem, hij veegt de vloer, zo veegt hij de vloer.
Hij snijd zijn brood met een zakmes, met een zakmes, hij snijd zijn brood, zo snijd hij zijn brood.
Hij naait zijn broek met een spijker, met een spijk, hij naait zijn broek, zo naait hij zijn broek.
Speelwijze:
Alle kinderen in een kring. Één in het midden, die doet de beweging voor, de rest doet ze na. Degene die in het midden staat, kan ook tekst improviseren, zoals i.p.v. "hij veegt de vloer met een bezem" :Bijvoorbeeld "Hij knipt zijn baard met een grasschaar. Enz. enz.
Twee emmertjes water halen
Twee emmertjes water halen,
Twee emmertjes pompen,
De meisjes op hun klompen,
De jongens op hun houten been,
Rij maar door mijn straatje heen.
Van je ras, ras, ras, rijdt de koning door de plas.
Van je voort, voort, voort, rijdt de koning door de poort.
Van je sterk, sterk, sterk, rijdt de koning door de kerk.
Van je één, twee drie.
Soldaat
En mijn één been staat en m'n ander been moet marcheren.
En m'n één been staat, en m'n ander is soldaat.
Speelwijze:
Kinderen staan op één been, terwijl ze met het andere been de maat tikken.
Piet de smeerpoets
Piet de smeerpoets, ga je toch eens wassen.
Piet de smeerpoets, domme, domme piet.
Waarom was jij je handen niet?
Piet, Piet wat een verdriet.
Piet de smeerpoets, ga je toch eens kammen.
Piet de smeerpoets, domme, domme piet.
Waarom kam jij je haren niet?
Piet, Piet wat een verdriet.
Kwart voor enen
Kwart voor enen liep ik op mijn tenen.
Humme, humme, humme, humme hummetje (refrein)
Kwart voor tweeën viel ik op de stenen + (refrein)
Kwart voor drieën zat ik op mijn knieën + (refrein)
Kwart voor vieren stonden we te zwieren + (refrein)
Kwart voor vijven liepen w' als oude wijven + (refrein)
Kwart voor zessen zaten we te klessen + (refrein)
Kwart voor zeven stonden we te beven + (refrein)
Kwart voor achten stonden we te wachten + (refrein)
Kwart voor negen stonden w' in de regen + (refrein)
Kwart voor tienen liepen we te grienen + (refrein)
Kwart voor elven dacht ik bij me zelven + (refrein)
Kwart voor 12 lig ik in mijn bed.
Speelwijze:
We lopen in een kring met losse handen achter elkaar en doen wat er gezongen wordt.
Tampe, tampe tovenaar
Tampe, tampe tovenaar, kom vertoon je kunsten maar.
Tampe, tampe tovenaar, wij zijn klaar.
Hatsie, kiele, kiele, knotsie, bom.
Bim, bam, bassie, paardeblom.
Ik maak van jullie olifanten,
Bim, bam, bom.
Ante Menante
Ante Menante, wolle wanten.
Wollen broek, gaan jullie maar in de hoek.
(alle kinderen gaan in de hoek staan)
Ante Menante, wolle wanten.
Wollen wuit, komen jullie er maar uit.
(Alle kinderen komen weer uit de hoek en gaan op hun plaatsje zitten.)
Ienemiene mutten
Iene miene mutten.
Tien pond grutten,
Tien pond kaas,
Iene miene, mutten is de baas.
Zigeunermeisje
Daar zat een klein zigeunermeisje.
Huilend op een steentje.
Huilend, huilend, heel de dag alleen.
Sta op meisje lief. Droog je traantjes af.
Kies een kindje uit de kring, uit de kring want anders ben je af.
Tralalala lalalalala
Lalalalala lalala lalalalala.
Speelwijze:
Kinderen staan in een kring. In het midden zit een meisje op de hurken.
Bij: STA OP staat de kring stil en meisje kiest iemand uit de kring.
Op TRALALA dansen ze samen in het rond.
Arbine Koeterine
Arabine, koeterine van je trif troe tra.
Prrrrr laat je beentjes gaan
Arabine, koeterine van je trif troef, traf.
Ha, die is af.
Speelwijze:
Kinderen staan in kring. Een kind loopt buiten de kring. Bij PRRRR naakt dit kind snelle pasjes bij ha die is af tikt het kind buiten de kring drie kinderen van de kring.
Het kind dat als laatste is aangetikt mag meelopen.
Dan begint het spel opnieuw totdat alle kinderen in lange rij lopen.
Zagen Zagen
Zagen, zagen wiedewiedewagen.
Jan kwam thuis om een boterham te vragen.
Vader was niet thuis, moeder was niet thuis,
Piep zei de muis in het voorhuis.
Hop hop hop
Hop hop hop
Paardje in galop
Over heg en sloten henen.
Maar voorzichtig breek geen benen.
Altijd in galop.
Hop, hop, hop, hop, hop.
De bokkewagen
Waar is Jan met de bokkewagen?
Hij is niet hier, hij is niet daar.
Hij is met zijn meisje naar Amerika.
Dat is één, dat is twee, dat is drie, dat is vier, dat is vijf, dat is zes, dat is zeven.
Speelwijze:
Kinderen in een kring. Jan loopt langs de buitenkant. Bij het tellen tikt hij de kinderen aan. Het zevende kind mag met jan in de bokkenwagen.
Ga je mee, ga je mee?
Bootje varen over de zee.
Varen we samen over de baren.
Een van ons twee, valt plons in de zee.
Ja en nee, ja en nee.
Een van ons twee, valt plons in de zee.
Zwaailied
Dag lieve kinderen,
dag lieve kinderen
we gaan nu naar huis,
we gaan nu naar huis,
we zingen nu tot...
we zingen nu tot...
en doe de groetjes thuis
en doe de groetjes thuis.
Wielen van de bus
De wielen van de bus die draaien rond
draaien rond, draaien rond
de wielen van de bus die draaien rond
als de bus gaat rijden
de deuren van de bus gaan open en dicht, enz
de lampen van de bus gaan aan en uit, enz
de mensen in de bus gaan heen en weer, enz
de kinderen in de bus die zwaaien naar ons, enz.
Ik ben een theepot rond van buik
Dit is mijn oor en dit is mijn tuit
Als het water kookt dan roep ik luid
Til me op en schenk me uit
'k Wou zo graag een ketting rijgen,
maar ik kon de draad niet krijgen
Ha ha victoria,
ha ha victoria.
© Helend opvoeden 2025
