menu

Leerplan voorbeelden

Schilderen  

Verdieping Vrije Schoolpedagogiek

Om de buitenwereld voor het heilpedagogische kind beleefbaar te maken, moet de wereld door een soort bril gezien worden. De bergen moeten 'berger' worden, de rivieren 'rivierder'. Om het te kunnen aanpassen, moet de heilpedagoog uiteraard eerst bekend zijn met de basale leerstof. Dan wordt het onderricht tot een kunst. Er zijn vele mogelijkheden om dit doel te bereiken, één ervan is het schilderen.

Schilderen vanuit de kleuren

Het schilderen vanuit de kleuren is omvattender, meer volkomen. Het wezenlijke, geestelijke aspect dat achter de dingen zitten, wordt beleefd.

Bij het schilderen vanuit de kleur wordt de kleurenstemming, de kleurklank eerst aangebracht. Het samenspel van kleuren brengt het bijbehorende motief tot stand. Ook deze beelden moeten door de leraar voorgeschilderd worden. Het waarnemen en tot zich laten spreken van de scheppende krachten, activeert het kind en stimuleert hem om in beweging te komen. Hij krijgt de gelegenheid om vaardigheden die anders sluimerend zullen blijven, tot ontwikkeling te brengen.

Motieven schilderen

Het schilderen van motieven is een speciale en doelgerichte maatregel. Karl Schubert, leraar eerste hulpklas in Stutgard Waldorfschool, noemde het 'een bril op de wereld zetten'.

Bij het schilderen van motieven wordt begonnen met het object (als vlak, niet omlijning!) aan te brengen. Deze wordt dan omgeven door wevende kleuren.

Bij het voorschilderen van motieven worden de kinderen wakkerder en leren oplettendheid aan. Ook het voorstellingsvermogen wordt wakkerder. De fantasie wordt aangesproken en bevordert het vermogen om innerlijke beelden te vormen.

Combineren

Een derde mogelijkheid is het combineren van twee methoden. Er wordt begonnen met het kleurenspel en daarna worden de motieven duidelijk en als gestalten hierin aangebracht.

Voorbeeld: vissen in het water.

  1. Bewegend water, uit het bewegen ontstaan de visvormen later.
  2. Welgevormde vissen zonder hun element, het water. Pas later worden ze om- en overspoeld met het water.
  3. De vissen verschijnen in het water, in hun eigen element. Het is niet meer te zien hoe het begon.

Verschillende uitgangspunten leiden hier tot hetzelfde doel. Als men zich erin verdiept, kan men bij het waterbeeld komen tot een gevoel van wegzinken, alsof de bodem onder je voeten weggezogen wordt. Bij de vissen zonder water kan er een gevoel van ademnood ontstaan, men wil verstikken of uitdrogen. Het beeld van de vissen in het water werkt bevrijdend. Door zich op deze wijze in te leven in de verschillende schilderingen, kan de heilpedagoog ook beleven hoe een kind zich in de wereld bevindt. Bijvoorbeeld een kind dat tot de verhardende, vastzittende tendensen neigt; of hoe het is om steeds tot vervliegen te neigen, weg te stromen. Wanneer de opvoeder zich zo in de zijnstoestand van de kinderen inleeft, komen de juiste invallen om een kind te bejegenen.

Voorschilderen

Op het schoolbord kan het papier door bevochtiging goed blijven zitten en de kinderen kunnen goed zien wat er gebeurt. Als er geen bord is, kan een schilderbord geplaatst worden op twee speciaal hiervoor vervaardigde houten blokken met schuine gleuven. Plaats deze ergens op een hoogte vanwaar de kinderen, misschien in een halve maan opgesteld, het voorschilderen goed kunnen waarnemen.

Voorbeeld:

De leidster plaats een kleurvlak op het papier, nog een en nog een… de kinderen kijken toe en raden. Wordt het een beek, een heks, een berg, een engel of een rivier? De vormen ontstaan en verdwijnen weer, net als de wolkvorming. Het werkt stimulerend op de bloedstroom, als een massage! Langzaam komt het motief te voorschijn. Het proces slaat op een gegeven moment misschien over van raden naar raadgeving. Ze worden gevraagd wat er nu zoal weer zou moeten gebeuren. Het werkt opwekkend op de scheppende vermogens. Wanneer het af is, gaat het beeld ook weer weg. Goed vooroefenen blijft belangrijk – vereenvoudigen en alleen het wezenlijke behouden. De weg, het proces, is waar het op aankomt, niet het resultaat. Wat er met kleur op het papier gebeurt, wordt op een bewegelijke, aanschouwelijke wijze beleefd.

Sprookje van de groene slang
  • Rode kleurvlakken schilderen
  • Geel toevoegen
  • Blauw aanbrengen over de andere kleuren heen; wat vorm aanbrengen, rotsen en afgrond ontstaat.
  • Veerman, goudstukken, blauwe slang verschijnt; de slang eet de goudstukken en wordt groen; hij straalt licht uit, de omgeving in.

© Helend opvoeden  2025

naar boven