6. Leerjaar zes - groep 8

Het leerplan  

Zesdeklasleerlingen zijn rijp voor abstracties, causale samenhangen en logica. Daarom nu ook 'echte' geschiedenisonderwerpen.

Door heel veel te 'doen' kunnen de kinderen in deze periodes de wereld om zich heen gaan ontdekken en begrijpen.

Vakgebieden

Graniet

De zesdeklasser gaat de wereld ontdekken en onderscheiden. Hij heeft meer bewustzijn van hetgeen om hem heen gebeurt. Zijn denken wordt abstracter en hij legt causale verbanden. De Romein die de wereld intrekken, zaken scheidend in goed en slecht, dit beeld komt uit de Romeinse cultuur. Verhalen en geschiedenis over de Romeinen zijn de vertelstof in dit leerjaar. Het proces wordt versterkt door het exact leren construeren bij meetkunde, het omschrijven van proeven bij natuurkunde, het ontdekken van wetmatigheden in de mineralogie, geologie en meteorologie, alsmede door het werken met de kleur indigo bij schilderen en het tekenen in zwart-wit.

Taal

Eenvoudige vriendschapsbrieven: in de groep zou er gezamenlijk een brief opgesteld kunnen worden om aan een gemeenschappelijke kennis te sturen – een juf die er niet meer werkt, een kaart aan een juf dat met verlof is, vertellen over bijzondere ervaringen. Ook handelsbrieven kunnen opgesteld worden. Men zou iets kunnen bestellen dat in de klas nodig is of gebruikt gaat worden bij een project. Wij kunnen de kinderen hier actief bij betrekken en 'samen' een brief opstellen en posten.

Aardrijkskunde

Klimaat en weerkunde: de aarde als geheel, Europa. Waarnemingen van wolkformaties. Tekenen, schilderen of boetseren van typische fenomenen.

Natuurkunde

De kinderen verbazen zich over de mysterieuze werking van elektriciteit en magnetisme. Door veel praktisch onderzoek ontdekt de zesdeklasser hoe alles 'in elkaar zit'. Prisma's, licht en schaduw effecten. Er zijn vele leuke materialen en experimentele spelletjes verkrijgbaar waardoor licht en schaduwspel, kleureffecten, klank of magnetisme en ander natuurkundige ervaringen, op indrukwekkende en interessante wijze beleefbaar gemaakt kunnen worden.

Mineralogie

In verband met bodem, bijvoorbeeld kalksteengrotten of bergkristallen. Vroeger bouwde men met kalksteen of andere gesteenten. Muren werden om weilanden heen gebouwd in Engeland of Ierland, zoals wij het hier in Nederland met sloten doen! Wij hebben hier te veel water, zij hadden te veel stenen op het land.

Tekenen

Zwart-wit tekeningen, arceren.

Vormtekeningen

Tijdens het vormtekenen wordt geleidelijk aan de stap gemaakt naar de meetkunde: vijfsterren worden getekend, twaalfsterren, vierentwintig-sterren. De passer wordt ter hand genomen. Tot in de vingertoppen wordt gevoeld hoe meetkundige patronen kunnen worden geconstrueerd.

De meetkundige constructies worden eerst uit de hand getekend en daarna in de meetkundeles met precisie-instrumenten geconstrueerd. Hoe doen wij dit op de KDC? Platen kleuren, houten puzzels bouwen, zijdevloei plakken op uitgeknipte basisvormen. Aansluitend bij meetkunde: vormen ontmoeten in exacte en complexe patronen. Een cirkel lopen door om een vaste middelpunt te lopen met een touw - de cirkel wordt nu vanuit het centrum gemaakt, niet meer zoals vroeger gebeurde, vanuit de omtrek. Ook al kunnen de kinderen geen passers hanteren, kunnen zij zo wel degelijk het construeren van een cirkel ervaren. Dat kan buiten ook gedaan worden; een stokje met een touw eraan in de aarde steken, aan het andere eind een stoepkrijtje - de cirkel met het krijtje trekken. Cirkels kunnen ook uitgeknipt en dan gemonteerd worden; de overlap aangeven met lijnen. Zo komen de verschillende constructies van een verschillend aantal cirkels ook tot stand.

Schilderen

Het sluieren kan geïntroduceerd worden. Men zou hier kunnen denken aan een project waaraan allen deelnemen, zodat er uiteindelijk een mooi schildering ontstaat om in te lijsten en in de klas aan de muur te hangen.

Handwerken

Pantoffels, poppen, dieren. Een gezamenlijk project is misschien hier goed te doen.

© Helend opvoeden  2025