menu

Twee polaire methoden

Schilderen  

De kleuren vormen een brug van de hemel naar de aarde en andersom. Daar waar de ziel van het kind niet harmonisch in de fysieke wereld invoegt: waar hij te sterk ermee verbindt of juist te gemakkelijk uitvliegt. De ziel van het kind blijft in zich gesloten. Innerlijke hindernissen geven hem geen kans zichzelf vrolijk aan de wereld over te geven. Terwijl het toch zeer verlangt ernaar om zich in de wereld uit te drukken. Het kan een hulp zijn om vanuit de vloeiende kleuren tot het vormen van gestalten te komen. Daar kan de ziel tot spreken komen ten opzichten van dat wat hem beweegt. Het kan helpen bij onopgeloste lotsbestemmingen van het hulpbehoevende kind.

Onderricht voorbeeld Rudolf Steiner

Een voorbeeld van voorstellings-schilderen

De schrijfster beschrijft een voorbeeldles van Rudolf Steiner. In de klas was een negenjarige jongen waar de waarnemingen diep binnendrongen. Hij had geen mogelijkheid om de indrukken te verwerken en weer naar buiten te laten stromen. Zijn ledematen waren slap, hij bewoog moeizaam en hij bleef vaak bewegingloos staan. Hij was niet tot activiteit te brengen en had steeds een vragende uitdrukking op zijn gezicht.

Eerst schilderde hij een blauw ovaal; toen vroeg hij aan de jongen: "Wat gebeurt er wanneer men een steen omhoog houdt en dan los laat? "Het antwoord was natuurlijk dat hij zou vallen. Wij zorgen dat het niet kan! Hij schilderde vier roze zuilen waar hij op kan rusten. Het wordt …een tafel! Er is nu voldoende spanning opgebouwd. Wat gebeurt er nu verder? Met Pruisisch blauw werd een kan met water en een glas geschilderd. Wij maken het nog gezelliger. Er komt een violette stoel. Hij veegde denkbeeldig zweet van zijn voorhoofd en zei dat wij een dak boven onze hoofden nodig hadden, het was anders veel te warm. Een groene kruin van een boom verschijnt boven de tafel, stam en takken bruin. Daar komt nog een heldere blauwe zomerse hemel bij. Op de stoel komt een knaap in oranjerood te zitten. (Het is de jongen die hierboven beschreven werd). De jongen roept uit dat hij een meisje uit de klas erbij wilt. Zij moet in het gras zitten. Ze wordt in het rood geschilderd. Nu zijn de andere kinderen in de groep er ook goed bij betrokken. Rudolf Steiner zegt tegen de kinderen: "Zo is iedere mens een kleurvlek op de aarde". De jongen wil er een auto bij hebben, daar wordt niet aan toegegeven, er mag wel een rood paardje bij.

Zo kwam de schildering, gezamenlijk scheppend met de kinderen, tot stand. Er ontstond een feestelijke stemming en onderlinge verbondenheid. Zielsmatige afwijkingen kunnen vaak de betrokkenen van de gemeenschappelijke zielenwereld afsnoeren. Een dergelijke schildersessie kan daar verlossend op werken.

Rudolf Steiner heeft tegen de heilpedagogen gezegd om altijd vanuit het beeld, vanuit de sprookjes, fabels of mythologische vertellingen, te schilderen. Beeldend, dus!

Via het schilderen wordt de wereld voor de kinderen met een leerachterstand, ontsloten. Ze leren legenden, geschiedenis, landschappen, dieren en planten kennen.

De ark van Noach als oerbeeld: blauwgroen watervloed, goudgele ark en een kleurenboog in de hemelen.

Praktische ervaringen

Voorbeelden uit de ervaring van de schrijfster

Kinderen met een tendens tot verharding, tot uitdroging, kunnen geholpen worden door de kleuren een voor een in elkaar over te laten gaan. Het werkt verzachtend, opheffend op de verstarring. Er komt weer beweging, het gaat weer vloeien. Vaak zijn hun schilderstukken te hard, zij hebben geen natuurlijke gevoel voor hoe de vormen vanuit het vloeiende element tot stand kunnen komen. De leraar moet ingrijpen. Het is een langzaam proces dat ontwikkeld moet worden. Als het lukt, is het alsof een plantje in de dorre aarde tot ontkieming is gekomen.

Het kan voorkomen dat een epileptisch kind kramploos blijft tijdens de schilderles.

Een ander kind, met veel algemeen kennis (het leest graag) beleeft ineens de scheppende, beweeglijke kwaliteiten van kleur en klei als een bron van zegen. Hij is vol verwondering, heeft iets nieuws ontdekt, voor hem tot dan nog onbekend.

De schilderlessen vragen om veelzijdigheid en oorspronkelijkheid van de heilpedagoog. Hij/zij moet zich zó op de kinderen instellen, dat hij de taken/opdrachten vindt, die dát kind vraagt voor zijn ontwikkeling.

In de Vrije School ontstaan de beelden vanuit de kleuren op het papier. De vorm ontstaat vanuit het samenspel van de kleuren. De voorbeeldles van Steiner hierboven, is juist andersom tot stand gekomen. Het beeld werd stap voor stap samen met de kinderen ontwikkeld. Er werd een gesprek gevoerd waardoor de kinderen tot denken aangespoord werden. De kinderen maakten de ontstaan van het beeld mee. Voor het gehandicapte kind is het gestalte/voorwerp schilderen van wezenlijk belang.

Het moet het omgaan met de materialen, water, papier, penseel, kleuren oefenen. Daarvoor heeft het kind een voorbeeld nodig. Het voorschilderen moet zo gedaan worden, dat het als voorbeeld op het kind kan inwerken. Het voorbereiden door de leerkracht moet degelijk zijn. Ideaal gezien moet er drie keer voorbereidend geschilderd worden!

Eerstens de bedoelde schildering maken. Dan een tweede keer, maar nu alle onnodige details weglaten, alleen de essentie weergeven. De derde schildering wordt nu zo gemaakt alsof de kinderen toekijken. Iedere penseelstreek krachtig aanbrengen, doelbewust en zinvol. De tijd in acht nemen, jezelf een limiet stellen (20 minuten voor het voorschilderen).

Verloop van een schilderles

Het voorbeeld van de schilderles van Rudolf Steiner kan in vele variaties gedaan worden. Het schilderen van voorstellingen is vooral fijn voor de kinderen die niet goed waarnemen. Of de waarnemingen niet goed kunnen verwerken en weer tot bewustzijn te brengen. Zoek thema's uit de directe ervaringen van de kinderen. Gebruik vereenvoudigde voorstellingen, behoud slechts het wezenlijke, alle ingewikkelde en niet-essentiële weglaten. Eenvoud betekent echter niet onzorgvuldigheid, integendeel!

Voorbeeld: moeder helpen in de keuken. De groene kleding van de moeder (rust, harmonie), rode blouse van de jongen (activiteit), dotjes op de gordijnen (gezellige huiselijkheid), alle details zijn hier belangrijk.

Speelplaats

Zieke pop verzorgen

De kinderen schilderen het spel van de vorige dag. Gesprekvoering, ervaring van vorige dag ophalen en uit geheugen weer opgediept en daarna naschilderen. Schildering stap voor stap opbouwen; aan de muur hangen en nagenieten. Het brengt vreugde en werkt hartverwarmend op de ziel. Het geeft een bodem waarop het zich kan ontvouwen. Ongemerkt wordt het bewustzijn gesterkt.

Een verhaal van Herbert Hahn werd verteld over een koning, in gewone kleding. Hij is onderweg, samen met een arts, naar het ziekenhuis om zieke mensen te gaan helpen.

Het gouden kistje.

Het schilderen van voorstellingen altijd met woorden begeleiden = gesprek.

Elke handeling moet als voorbeeld gelden voor het kind.

Hoe gaan wij aan de slag?

Benodigdheden: papier, schilderborden, penselen, schorten, waterpotjes om penselen te spoelen, sponsjes/watersproeiers/waterbak (het papier mag ook vooraf geweekt wordt in een waterbak), bakjes of potjes met verf en houten standaarden om de potjes of bakjes veilig te laten staan.

Tijdens het voorschilderen nog geen materiaal voor de kinderen neerleggen. Het voorschilderen kan rond de tafels gebeuren of in kringformatie rond het schoolbord (waartegen het schilderpapier gemakkelijk met water 'geplakt" kunt worden, zichtbaar voor iedereen). Het opbouwen van het beeld mag maximaal 20 minuten in beslag nemen.

Het papier wordt met een spons of sproeier nat gemaakt. Voor het aanbrengen van de kleuren is vochtig papier het best, net als in de natuur. Daar verschijnt de regenboog in de vochtige lucht. Wanneer de kinderen zelf meewerken aan het bevochtigen van hun schilderpapier, krijgen zij de gelegenheid om zich met de activiteit te verbinden. Het bewegen over het vochtige papier gaat over in de schilderbeweging. De spons heel zacht over het papier strijken. Papier aan de twee bovenste hoeken vastpakken en in één beweging 'joep' omdraaien. Het is fijn om hierbij een rijmpje te gebruiken. Dat brengt herkenning en helpt de taak te begeleiden tot iedereen klaar is.

Bijvoorbeeld:

Spleet, splet spat,
Het papier moet goed nat.
Zo wordt straks 'ns blad goed nat
Zo is't fijn, zo mag't zijn!

Draai dan snel een keer om,
Joep! Da's gepiept.
Splet, splet spat,
Het papier moet goed nat.

Zo wordt straks 'ns blad goed nat
Zo is't fijn, zo mag't zijn!
Leg de doek op het blad
Met jou hand, strijk jij't glad.

Het blad mag niet meer glanzen, dan vervloeien de kleuren. Praktische tip: wanneer ze eenmaal aan de slag gaan, is het mogelijk om te veel aan verf of water met een droog penseel of met een stukje keukenrolpapier, weg te halen.

Laat de kinderen helpen met het uitdelen van de benodigdheden. Eerst alleen uitdelen wat nodig is voor het bevochtigen.

Wanneer alles gereed is, komt er eerst een moment van stilte. Starten met het natmaken van het papier.

Penselen en kleuren pas uitdelen wanneer alle papieren bevochtigd zijn en het echte schilderen gezamenlijk kan beginnen.

Ieder kind zal op een eigen wijze begeleiding nodig hebben van de leidster. De ene kan heel goed zelf aan de slag en met een beetje aanwijzingen en een bemoedigende blik, zijn opdracht beginnen. Een ander heeft misschien niet het nodige vermogen om het penseel vast te pakken en of te richten. De ene heeft fysieke bijstand nodig, de andere heeft nu en dan een beetje hulp nodig. Het is goed om tijdens het schilderen met een kind de handelingen te benoemen.

Het gaat hier niet om het uiteindelijke resultaat, maar om het meebeleven van wat de kleuren doen! De kleuren werken op de ziel van het kind en de indrukken dringen tot in het etherische en fysieke door. De ziel komt in beweging! Het midden, het gebied waar de eenzijdige werking van boven- of onderpool opgeheven kan worden, gaat stromen. Daarin ligt de werkelijke werking besloten. Daarom moeten wij alle kinderen, ook wanneer zij zelf het niet kunnen, de gelegenheid geven om de kleuren op deze wijze te beleven.

Wanneer een kind zelf niet kan schilderen wegens fysieke hindernissen, worden wij zijn handen. Het is dan de kunst om zijn of haar interesse te wekken zodat het ook aankomt. Zelfs wanneer een kind ogenschijnlijk geen aandacht schenkt, weten wij nooit wat er precies binnen komt... Iedereen van ons heeft vroeg of laat de ervaring dat wij met verbazing beseffen dat iets toch bij een kind is doorgedrongen. Vanuit de antroposofische visie wordt bovendien ook de nachtervaringen meegenomen. De indrukken opgedaan tijdens het wakker zijn overdag, worden gedurende de slaap weer herbeleefd, en geïntegreerd. Het is goed om ook de zwakste kinderen steeds weer te engageren. Wij blijven ze stimuleren om actief deel te nemen aan de wereld en daardoor (leer)ervaringen op te doen. Daar hebben zij ons voor nodig!

E.K.

Het moet voor het kind om het even zijn of hij het zelf gedaan heeft, of dat wij hem daarbij geholpen hebben.

Tijdens de activiteit gaat de leraar helpend, regulerend en harmoniserend te werk. Het is belangrijk dat ieder kind aan het eind van de activiteit iets fijns op zijn papier heeft en iets opbouwends eraan beleefd heeft.

Wanneer moed en zelfvertrouwen groeien, groeien ook de vaardigheden.

Afsluitend kunnen alle schilderingen zo opgesteld worden dat ze samen nog even bekeken kunnen worden. De kinderen zien wat de anderen gedaan hebben en hoe verschillend het kan zijn.

Dan opruimen; ieder zijn taakje, handen wassen en schorten af.

© Helend opvoeden  2025

naar boven