Plantkunde
Het leerplan - vijfde klas
Voor de vijfdeklasser wordt het beleven van processen mogelijk.
De planten, bomen en bloemen vormen een kwetsbare laag tussen hemel en aarde. Ze zijn afhankelijk van plaatselijke omstandigheden t.o.v. vorm, groei en kleur. Ze leven tussen de polariteiten van hemelse licht en aardse duister. De wortel hecht zich in de aarde. De stengel, blad en bloem richten zich omhoog naar de zon.
De plant is één met haar omgeving en opgenomen in de vier elementen (aarde/mineralen, lucht/wind, water/sapstroom en vuur/warmte) Ze streeft tegen de zwaartekracht in. Zonlicht en warmte zijn essentieel voor de plant.
Verspreiding van geur en zaad; kleur, wind.
De plantenontwikkeling is vergelijkbaar met de ontwikkeling van het opgroeiende kind. In een reeks voorbeelden kunnen de kinderen beleven hoe de planten zich steeds meer en meer gecompliceerder ontwikkelen tot en met de verhoutingsproces.
De paddenstoelen groeien in de schoot van de aarde, slechts een klein deel van het gehele plant komt boven de aarde uit. Het is vergelijkbaar een baby, hulpeloos en afhankelijk.
Het korstmos is als een kind van enkele maanden, het leert kijken en grijpen.
Algen en wieren - een kind van een jaar oud is als de algen, kan zitten en kruipen maar nog niet alleen staan; leert eten, zitten, kruipen.
De mossen en de varens kunnen wij vergelijken met een kind na het eerste jaar, het begint al woordjes te zeggen en kan al alleen staan, leert lopen. De varen ontrolt zich langzaam maar zeker; het kind van drie tot zes, hij leert 'ik' zeggen, spel en behendigheid, fantasie ontwikkelt.
Naaldbomen - het wordt schoolrijp.
Bollen, parallel nerf blad; lelies, grassen, granen - kind van 8 en ouder; het wil leren.
Bloeiende struiken - 12–14 rijping komt tot stand.
Bij de planten is er spraken van herhaling en wetmatigheid (patroonvorming) bijvoorbeeld de spiraal - zichtbaar aan het patroon van hechting bij blad en stengel, de zaden van de zonnebloem.
In de bloemen vinden wij stervormen op 3, 4, 5 & 6 gebaseerd.
Deze vormen kunnen de kinderen ontdekken en tekenen of in de vormtekenen lessen gebruikt wordt. Zie pagina Vijfde Leerjaar Tekenen en Vormtekenen.
Bronnen:
Heemkunde-Biologie - Werkboek 5 Vrije Pedagogische Akademie.
Schilderen op School - Lichthart en Bruin. Vele schilderopdrachten vanuit het leerlan zijn hierin te vinden. Veel achtergrondinformatie over het aanbieden van het vak, vindt men ook hier.
Metamorfose - F.H. Julius - Ontwikkeling bij plant en mens.
Julius behandelt onder anderen zeven groeitypen in de plantenrijk. Deze zeven verschillende 'groeikarakters' zijn terug te vinden in zeven manieren om als mens in het leven te staan. Bovengenoemd boek biedt interessante inzichten voor de pedagoog.
Interactie plant en dierenwereld: Het bijenboekje - Jakob Streit
In Het Bijenboekje maakt de kleine Kopen het leven van de bijen mee door het jaar heen. Hij ziet hoe de bijen uit hun winterslaap worden gewekt. Hoe zij met hun stuifmeelklompjes de bijenkast binnengaan, hoe de koningin uitvliegt, hoe het volk gaat zwermen, en hij mag zijn grootvader helpen de bijen te verzorgen.
Voor de vijfdeklasser wordt het beleven van processen mogelijk. De fysieke instandhoudingprocessen zijn nu op denkniveau gemetamorfoseerd naar het vermogen om verbanden te leggen en begrippen in andere situaties te kunnen toepassen.
Afbeelding - Gerard Wagner, plantenmetamorfose
Bladtypen
Paralelnervig, netnervig.
Glad, gezaagd, getand, gekarteld.
Naaldblad, geveerd, hartvormig, niervormig, handvormig.
Bloemtypen
Kerstroos, roos, fuchsia, geranium, violet, madelief, cactus, klaproos, lelie, grasklokje, klaver
Zaadtypen (vruchten)
Distel, plataan, clematis, violet, boon, linde, lotus, elzenboom, meloen, perzik, es, duivelsklauw
Worteltypen
Knollen, bollen, rizoomwortels (wortelstokken), wortelstokken, penwortels, bijwortels
Aardappelknollen
Wetmatigheden in de plantvormen
In de bloemen vinden wij stervormen op 3, 4, 5 & 6 gebaseerd.
Deze vormen kunnen de kinderen ontdekken en tekenen of in de vormtekenen lessen gebruikt wordt.
3
Naar buiten werkend, spreiding - Naar binnen werkend, samen bundelend
4
Muurbloem
Kruis, vierkant, naar buiten werkende krachten
5
Appel, roos, braam, appel, boterbloem
6
Grasklokje, tulp, lelie, krokus, sneeuwklokje
Zie ook vormbeleven - hoofdstuk 3:
www.wilfriednauta.nl/atelierhetezeltje/cursus
© Helend opvoeden 2025
