Aardrijkskunde
Het leerplan - vierde klas
In de vierde klas krijgt de heemkunde een zakelijker karakter: nu wordt het heem behandeld vanuit historische en geografische gezichtspunten, tevens wordt het kaartbegrip aangelegd. Tenslotte wordt de omgevingskennis uitgebreid tot die van het eigen land.
Hoe vertalen wij bovenstaande naar onze eigen situatie?
In de kinderdagverblijf kunnen wij aandacht geven aan het verkennen van de eigen omgeving. Het bewuster leren waarnemen en de interesse laten ontstaan voor de activiteiten in de eigen omgeving, langzaam ook uitbreiden naar de streek. De vorige jaar werd de ambachten en de borerderij al behandeld. Nu kan de schoolgebouw bij voorbeeld met klei geboetseerd wordt, de gebouwen er omheen, de wegen ingetekend, de landmerken iedere dag tijdens de dagelijkse wandeling tegengekomen kunnen een plaatsje krijgen, de supermarkt, de boerderij waar appels of asperges gehaal worden - voor jij het weet, is er een driedimensioneel plattegrondje ontstaan!
Een karakter - mens of dier - en zijn ervaringen en belevingen van de producten van de omgeving, is een uitstekende wijze van bekendmaking met de producten van de omgeving - een vogel kan ïn vliegensclucht) over de weilanden van de ene naar de andere dorp bewegen - is er een molen in de omgeving? Werkt hij nog? Wat werd er vroeger gemaakt? Wat nu? Er kan een uitje gemaakt wordt naar de molen, gezien wordt hoe de meel gemalen wordt. Een binnenvaartschip is een andere mogelijkheid - de wedervaringen van een jongen op de boot van zijn ouders - wat wordt vervoerd? Wat komen zij tegen langs de vaart? Hoe ziet de landschap er uit? Wat is de weersomstandigheden en de klimaat? Maak een mooi verhaal rond de thema! Er zijn vast ook leuke boeken met dergelijke verhalen te vinden.
Welke soort landschap leven wij in? Bossen? Heiden? Vennetjes? Duinen? Molens - wat gebeurt er bij een molen?
© Helend opvoeden 2025
