C. Klas twee - groep 4
Schilderen
Omschrijvingen en voorbeelden aan de hand van het boek van Attie Lichthart en Dick Bruin, Schilderen op School.
Kleurenstemming en het kleurgebaar
Een ontspannen, niet krampachtige werkhouding is belangrijk. De vertelstof in deze klas zijn de heiligenlegenden en de fabels. Hier ontmoeten twee polariteiten vaak, bijvoorbeeld de sluwe en de naïeve. Het dierenverwante, driftmatige wordt overwonnen door een innerlijke weg. Het schilderen van de primaire, zuivere kleuren naast de secondaire mengkleuren geeft hiervan een goed beeld, en wel zo dat er evenwicht ontstaat en ze met elkaar in harmonie komen; een rustig groen ontmoet een vurig rood, zonder dat de één de ander overheerst. Dat kan door de actieve kleuren wat terug te houden in kwantiteit en de andere zo meer gelijkwaardig laten zijn. De mengkleuren kunnen vanuit het verschillende beginpunten geschilderd worden, bijvoorbeeld paars met blauw eerst of met rood eerst.
Vele verschillende composities zijn mogelijk. De ontmoetingsvlakken kunnen hoekig zijn of juist afgerond of kronkelig. De grenzen kunnen hard of zacht zijn. Naast paars wordt geel nog groter, rood naast groen wordt roder, blauw naast oranje blauwer. De ontmoetingen zijn karakteristiek.
Een opdracht zou kunnen zijn: er is iemand jarig; geel is in het midden en straalt. Het is vrolijk en het geeft een feest! Rood en blauw komen op bezoek en schenken samen het paars aan geel! Geel straalt nog blijer, want het donkere paars laat hem helemaal oplichten.
Zo kunnen wij opdrachten bedenken rond kleurgebaren: neigen naar, wijken, zoeken, vragen, antwoord geven. De kleuren kunnen gepersonifieerd worden. In zo'n opdracht is het ook belangrijk om aandacht te besteden aan de compositie. Hoe groot is een klein brutaal rood? Waar is Blauw? Hoe groot? Vragen rond de plaatsing van de kleuren en vele andere aspecten komen aan bod in een gesprek vooraf met de kinderen. Iedere kind vult het uiteindelijk individueel in, er zijn vele mogelijkheden!
Het is niet de bedoeling dat de kinderen het zelf zomaar 'uitzoeken'. De pedagogische waarde ligt in het aanreiken van een ruimte waarin een kleurengesprek plaats kan vinden. Op deze wijze wordt het kleurengevoel in de tweede klas verder ontwikkeld. Er komen nog geen voorstellingen. In de eerste klas komen de kleuren-karakteristieken en -stemmingen, in de tweede de kleurengebaren en -ontmoetingen aan bod. In de derde klas komen de vormen en gestalten hieruit voort.
Geel straalt vrolijk en lichtend glanst hij daar in zijn tuin; Blauw komt er aan en wilt graag met geel spelen; hij raakt geel aan en geel wordt donkerder... Geel verandert in groen. Gelukkig komt Blauw erachter en hij wordt er verlegen van; ik kom maar liever niet dichterbij, dan kan jij rustig blijven stralen, Geel!
Groen strekt zich rustig uit en licht te dromen van zonneschijn. Ineens springt een parmantig Rood op hem. O, wat een schrik!
Rood was met vakantie. Hij had het heel fijn en wil zijn vriend Blauw er alles over vertellen. Maar Rood is veel te voorbarig, hij blijft geen seconde stil. Blauw wil liever zo ver weg als het kan. Hij is niet zo'n kletsmajoor als Rood en hij kan er helemaal niet tegen... Hij wijkt liever uit en verdwijnt bijna helemaal. Waar Rood hem te hard aanraakte, kleurt hij donkerpaars. Hij maakt zichzelf klein en dun. Dan wordt hij lichtpaars. Rood merkt er niets van en kletst gewoon door!
Geel is vrolijk en danst omdat een nieuwe dag begonnen is. Voorzichtig komen blauw en Rood kijken wat er gebeurt... ze durven nog niet mee te dansen. Kom, kom dans mee, roept Geel.
Rood gaat eerst nader. Ik heb wel zin in dansen! Dat vind ik leuk, roept Rood. Nu durft blauw ook een beetje nader te komen. Mag ik ook meedoen?, vraagt hij rustig. Ik word er blij van als jullie mee doen, zegt Geel. Hij licht ervan op!
Om de mengkleuren te maken, kunt men het beste voor groen pruisischblauw en citroengeel gebruiken; paars met ultramarijn en karmijn; oranje met zinober (vermiljoen) en goudgeel.
De schilderles is zielenvoeding voor het kind. Tien minuten is soms al een flinke inspanning
© Helend opvoeden 2025
