Communicatie
Het leerplan - eerste klas
In de groep
In de groepen zitten kinderen die spreken en dus middels de gesproken taal contact kunnen leggen; aandacht kunnen vragen. Er zijn ook kinderen die niet of weinig spreken en een andere manier gebruiken om in contact te komen met de ander. Gebaren, klanken, een glimlach of diepe zucht, een gil, van pijn of verdriet, een hoestbui of noem maar op, allemaal mogelijkheden om de ander op jou te attenderen, wanneer het gesproken woord niet tot jouw mogelijkheden behoort. En er zijn ook kinderen waarbij het contact in eerste instantie, of voor een groot deel, van de ander uitgaat omdat zij dit zelf niet bewust actief kunnen doen.
Wat van essentieel belang is, is een vertrouwde veilige omgeving die een verwachtingsvolle sfeer ademt, zodat een kind voelt: ik mag er zijn, met al mijn mogelijkheden, met al mijn beperkingen. Vanuit die geborgenheid kan een kind leren. Oprecht en volledig geaccepteerd. Onze heilpedagogische kinderen zijn vaak nog gevoeliger voor sfeer dan andere kinderen. In de verwarde wereld van het heilpedagogische (en soms ook emotioneel gestoorde) kind bieden rituelen en ritme zekerheid. Het feit dat iedere dag volgens eenzelfde ritme en langs eenzelfde indeling verloopt, biedt hen houvast. Het is voor onze kinderen moeilijk veranderingen te accepteren. Hun beeld van zichzelf is vaak zo klein, hun identiteit zo breekbaar, dat iedere verandering in hun omgeving een bedreiging voor hen vormt.
Veranderingen zijn er echter doorlopend en het vraagt grote creativiteit (en humor) om de gevolgen van de verandering op te vangen. Zo gaat elke morgen bij de jongere kinderen de klassenkabouter bij voorbeeld zijn ronde doen, langs alle kinderen en juffies. Hij begroet iedereen en gaat weer terug naar zijn plaatsje.
Af en toe 'ziet' hij ineens nieuwe elastiekjes in een meisje haar haren, of een nieuw kledingstuk bij een ander, of een kastanje in een hand, of noem maar op· Het wordt helemaal geweldig als hij eens niet uit zijn stoel wil, en moe is, wil slapen... Een ander jongen kan soms in de ochtendkring al de wens uit spreken te willen rusten en als hij dan hoort dat de kabouter rusten wil, vergeet hij zijn 'moeheid' en kan lachen om die stoute kabouter die niet aan het werk wil. Op deze manier, leidt de kabouter de kinderen af en hoef de 'juf ' daar niet bij te komen.
In onze groepen worden verhalen verteld. En ook al hebben onze kinderen een vertraagde, verstoorde ontwikkeling, er is een stukje in de kinderen waarin ze 7, 8, of 11 jaar zijn en dus een eerste, tweede of noem-maar-op-klasser zijn. Allemaal zijn ze dat ergens een stukje en daar spreek je ze ook op aan. En dat dat voor het ene kind wat duidelijker ligt dan voor het andere, dat je dat bij het ene kind duidelijker ziet dan bij het andere, dat is onze opgave: dagelijks te zoeken naar dat stukje wat zijn leeftijd recht doet.
De wereld vindt taal, verbale communicatie, vaak zo vanzelfsprekend, maar binnen de heilpedagogie, bij mensen met een verstandelijke handicap, heeft het niets vanzelfsprekends en komt het erop aan een klimaat te creëren waarin het kind tot praten kan komen, in contact kan komen met de ander en zullen wij ook creatief moeten leren kijken en luisteren naar onze kinderen die hun best doen om ons van alles te vertellen in hun taal. Ze gebruiken vaak prachtige gebaren en zijn heel inventief, maar wij verstaan ze niet omdat we vast zitten in onze 'gewone' denkpatronen. Aan de ene kant eraan werken dat de kinderen in een taal groeien die ze begrijpen en kunnen hanteren, en aan de andere kant zullen wij met alle mogelijkheden die we in ons hebben, moeten proberen de taal van onze kinderen te begrijpen. Want dat ze ons iets te vertellen hebben, is wel duidelijk.
© Helend opvoeden 2025
