menu

Pittenzakoefening

Bewegingsoefeningen  

Doorgeven pittenzakje op ritme van gedicht

Geel en goud,
geel en goud,
Gaat de herfst,
Door het woud.

Pittenzakjes gooien

Twee kinderen staan tegenover elkaar, een heeft een pittenzakje en mikt om tussen de benen van de ander door te gooien. De ander staat wijdbeens en probeert door het 'poortje' te gaan zonder de benen van de ander te raken. De partners nemen beurten; daarna van partner ruilen (één rij beweegt steeds door).

Het bonenzakje over de schouder gooien

Deze oefening is ter aanmoediging van de ruimtelijke gewaarwording achter de rug. Men zou het kind bij deze oefening het beeld kunnen geven van water dat langs zijn rug druppelt.

  1. De linkerhand houdt het bonenzakje vast achter de linkerschouder. Houd de rechterhand achter de rug op heuphoogte met de handpalm naar boven.
  2. Laat het bonenzakje van de linker in de rechterhand vallen. Breng de handen naar voren.
  3. Breng de rechterhand omhoog achter de rechterschouder en de linkerhand op heuphoogteachter de rug met de handpalm naar boven.

Herhaal de complete oefening met afwisselend links en rechts beginnend acht keer.

Uit: Stap voor stap, Mary Nash Wortham

Doorgeven

Ieder kind krijgt een pittenzakje. Dit zakje gaat van links naar rechts in de eigen handen.

Dan gaat het pittenzakje om je buik heen.

Dan gaat het pittenzakje naar de linkerbuurman/vrouw.

Dan gaat het zakje naar de rechterbuurman/vrouw.

Het tempo gaat hierbij steeds sneller, kan eventueel ondersteund worden door op een trom te slaan.

We kunnen deze oefening doen met één zakje, dit uitbreiden naar meerdere zakjes.

We staan in twee rijen tegenover elkaar. De juf geeft één kind een beurt, hij/zij gooit het pittenzakje naar zijn overbuurman. Tempo kan eventueel versneld worden door op de trom te slaan.

© Helend opvoeden  2025

naar boven