menu

Bewegingsoefeningen

Ochtendspreuk

Ik zie rond in de wereld
Waarin de zon haar licht zendt
Waarin de sterren fonkelen
Waarin de stenen rusten
De planten levend groeien
De dieren groeiend leven
Waarin de mens bezield
Zijn geest een woning geeft
Ik schouw diep in de ziel
Die binnenin mij leeft.
De godesgeest hij weeft
In zon- en zielelicht
In wereldruimten buiten
In zielediepten binnen.
Tot U o Godesgeest
wil ik mij vragend wenden
Dat in mij kracht en zegen
Voor leren en voor werken
Tot wasdom moge komen.

Ochtendbegin

Activiteit Doelstelling
Ochtendspreuk Door regelmatig ritmische herhalen wordt het geheugen ondersteund; aanspreken en ontwikkeling van eerbiedskrachten
Ochtendlied aan de hand van jaargetij, jaarfeest of thema Muzikale vorming, bewustwording van jaarverloop, omgeving en andere aspecten van de wereld.
Doorbespreken van de dag aan de hand van picto's Helpen om zich in de tijd te oriënteren en om zicht te krijgen op wat ze vandaag gaan doen; luisterhouding, aandachtoefening; sociale vaardigheden en omgangsvormen oefenen; taal, begrippen en gebaren oefenen
Versjes, rijmpjes of gedichten passend bij het jaargetij, jaarfeest of thema Geheugen en conceptvorming - ontwikkelen en ondersteunen door herhaling en aanspreken van fantasiekrachten.
Klankoefeningen Bewustwording van de klanken waarmee woorden worden opgebouwd; het leren articuleren van de klanken om ze later beter te kunnen integreren in de eigen spraakactiviteit.
Muzikaal-ritmische bewegingsoefeningen, grove en fijne motoriek oefenen, lichamelijke beweging, oefeningen met pittenzakjes, hoepels, ballen en stokken; coördinatie, evenwichtsoefeningen, maat en ritme Vaardigheden als coördinatie, grove motoriek, fijne motoriek, bewegingsvaardigheid, luister en aandachtoefeningen, sociale vaardigheden en omgangsvormen.
Bewegingspelletjes met behulp van versjes of liedjes; klap-, stamp-, stap- en ritmespelletjes Oefeningen om lichaamsbewustzijn te ontwikkelen, ruimtelijke oriëntatie; vormgeving overactieve/ongeordende bewegingsdrang; activeren waar beweging gestimuleerd moet worden.
Zangspelletjes Muzikale vorming, lichamelijke beweging en sociale ontwikkeling; spelregels leren begrijpen; plezier beleven aan muzikale activiteiten.
Maat- en ritme-oefeningen, muzikale en instrumentale activiteiten Muzikale vorming, maat- en ritmegevoel ontwikkeling, leren luisteren en concentreren.

'De drie gouden regels voor de ontwikkeling van geheugen: concepten belasten het geheugen. Een artistieke en fantasierijke presentatie bouwt het geheugen op. Actieve betrokkenheid verankert het geheugen.'

Rudolf Steiner

Concentratie, coördinatie en ritme-oefeningen

Oefeningen ter ondersteuning van ontwikkeling, hulp bij overwinnen van hindernissen

Hulp bij ontwikkeling van motoriek, zintuigen, concentratie en het verwerven van andere vaardigheden; ook bij het ontwikkelen van de drie zielenkwaliteiten willen, voelen, denken.

In het boek 'Learning Difficulties – a guide for teachers' wordt de problemen rond lichamelijk-motorisch en zenuwzintuiglijke achterstand en hoe de leraar het kind daarbij zou kunnen helpen, uitvoerig besproken. Audrey McAllen heeft jaren van ervaring en navorsing op dit gebied. Uit haar werk en dat van vele anderen, zijn er door de jaren inzichten en aanwijzingen ontwikkeld. In de Vrije School wordt de dag begonnen met beweging en concentratie oefeningen. Bij het therapeutisch onderwijs spelen deze oefeningen een nog belangrijker rol. Er wordt zo op regelmatige wijze geoefend aan vaardigheden en bewustwordingsprocessen. Hierbij mogen wij de kracht van een beweging die met de hulp van een ander persoon gemaakt wordt niet onderschatten. Zelfs het leren waarnemen van de bewegingen van de ander werkt ver door. Het vraagt soms om een lang proces waarbij de werking niet meteen zichtbaar is.

Hieronder een paar ideeën uit het genoemde boek:

Bij kinderen met leerproblemen is de oriëntatie in de ruimte niet goed ontwikkeld; het kind ervaart niet hoe hij in de ruimte beweegt. Hij neemt ook niet zijn eigen verhouding tot de ruimte waarin hij zich beweegt, waar. Dat is bijvoorbeeld heel duidelijk waarneembaar wanneer het kind een onvermogen toont om voorzetsels te begrijpen. Voorzetsels drukken deze verhouding tot de ruimte in taal uit. Verder kan het kind innerlijk niet de bewegingen, dat hij waarneemt, verbinden. Daarom kan hij bij voorbeeld niet spontaan reageren op de bewegingen van de leraar/leidster.

Oefeningen die hierbij kunnen helpen:

  • Opdrachten als: ga naar de deur; gooi de bal in de mand.
  • Lichaamsgeografie: Raak je hoofd/neus/rug aan met je rechterhand; raak je linker/rechter knie met je linkerhand.

Tip: Doe gekleurde bandjes om de armen/benen zodat de kinderen visueel steun hebben om hun linker of rechterarmen /benen te vinden. Daardoor hoeven ze er niet eerst bij na te denken, maar leren ze automatisch de goede hand of voet te vinden. Pas wanneer zo'n beweging automatisch zonder inschakeling van 'brein'denken gedaan wordt, kan het zich in het etherlichaam inprenten.

Het kind heeft zijn lichamelijke instrument nodig om in de wereld handelen en zijn plaats erin te vinden. Het ego maakt gebruik van zijn fysiekstructurele lichaam om zich in een driedimensionale wereld te bewegen. Met 'fysiekstructureel' wordt bedoeld het stelsel van botten, spieren, zenuwstelsel en brein. Hiermee beweegt het kind zich in de ruimte (hier tegenover stelsel van organen; functie is transformeren en in stand houding van lichaamsprocessen).

Tussen uiterlijke waarneming en innerlijke gewaarwording moet er een impuls ontstaan, er moet als het ware een sprongetje gemaakt worden. Dan wordt de waarneming (perceptie) omgevormd tot bewustwording (conceptvorming) en kan het tot een wilsimpuls leiden. Hier kunnen problemen ontstaan. Bij kinderen met een stoornis in hun ontwikkeling ontbreekt de normale integratie van het bewegingsorganisme met het zintuiglijke stelsel. Het hapert tussen waarneming en het tot bewustzijn brengen van de wilsimpuls.

Door inschakeling van het bewegingsstelsel (onderpool) helpen wij het kind om de opgedane ervaringen in het zenuwzintuigstelsel (bovenpool) te prenten.

Tweeledig mensbeeld:

  1. hoofd (kosmos) zenuwzintuig activiteit
  2. romp (aardemens/ wij penetreren de zwaartekracht) ledematen en organen

De levenszin, eigen bewegingszin en evenwichtszin vormen de basis voor de ontwikkeling van onze vaardigheden. De oefeningen in de ochtendkring helpen de kinderen om hun eigen lichamen beter te 'bewonen'.

Tussen 9 en 10 jaar is er een belangrijk keerpunt in de ontwikkeling. Er ontstaat een binnenwereld omdat het kind de grens tussen buitenwereld/binnenwereld nu grondig beleeft. Een vermogen tot innerlijke beeldvorming komt tot stand. Innerlijke beeldvorming gaat gepaard met een gezond ik/wereld-bewustzijn. Het kunnen waarnemen van en bewegen in de uiterlijke wereld, is een voorwaarde voor deze bewustzijnsstap. Een goede innerlijke kennis van de eigen lichaamsgeografie is ook noodzakelijk. Kinderen met een achterstand in hun ontwikkeling hebben problemen met ruimtelijke oriëntatie en met innerlijke gewaarwording van het eigen lichaam. Zij hebben hulp nodig om de problemen te overwinnen of de achterstand te verkleinen. Na de tandenwisseling komt de ontwikkeling niet meer zonder hulp tot stand.

Er zijn twee fysiologische voorwaarden voor zelfbewustzijn:

  • Ruimtelijke oriëntatie
  • Lichaamsgeografie

Door de eigen bewegingszin wordt het fysieke in het etherische geprent. Geheugenvorming kan tot stand komen.

Het beleven van de drie ruimtelijke dimensies houdt verband met de drie zielenkwaliteiten willen, voelen, denken.

  • voor/achter
  • boven/onder
  • links/ rechts

Waar er een dualiteit (links/rechts) bestaat komt er een focuspunt van het ego tot stand waar de twee kruisen. Waar links en rechts elkaar ontmoeten is het ik-bewustzijn dus aanwezig. Bij het diagonaal spiegelen komt er een kruising tot stand. Als ik tegenover een ander sta, dan is mijn links zijn recht en andersom. Er moet een innerlijk kruisingsproces plaats vinden. Let even op de reflectie van een eetlepel aan de holle kant en daarna aan de bolle kant.

Door beweging wordt het fysieke in het etherische geprent.

Voordracht Rudolf Steiner 'Diepere inzichten in het Opvoeding' 1923

Klapspelletjes waarbij de kinderen tegenover elkaar staan en de handen kruisen; er zijn vele spelletjes waarbij het kruisen toegepast wordt. Bedenk dat er hulp bij nodig zal zijn en dat het niet aan de waarde van de oefening afdoet!

Voorwaarde bij het leren lezen en schrijven is het vermogen om te wisselen tussen twee- en drie- dimensionale ruimte. Niet alleen de gezichtszin speelt hier een rol maar ook de eigen bewegingszin.

Een ander probleempunt is het onvoldoende overwinnen van de aangeboren verticale middellijngrens (v.m.g.). Een baby beweegt hoofd en uitgestrekte arm samen. Bij het leren kruipen, neutraliseert deze instinctmatige beweging en komt het vermogen om ledematen en hoofd onafhankelijk van elkaar te bewegen tot stand. Onvoldoende vermogen om de verticale middellijngrens te kruisen veroorzaakt niet alleen problemen bij het lezen, maar ook bij zelfredzaamheid ten opzichte van knopen, ritsen en schoenen strikken. Dominantie kan niet plaatsvindt vóór integratie van v.m.g.

Oefeningen:

  • Met beide handen eigen lichaam aanraken, bij voorbeeld knieën, voeten, hoofd, ellebogen; ellebogen geven problemen.
  • Rollen met beiden armen boven hoofd of langs de zij; rollen in een doos of vaatje.
  • Poorten maken met partner of teen muur; spelletjes als 'witte zwanen, zwarte zwanen'
  • Met vloerkrijt handvormen tekenen; linkerhand rechts tekenen en andersom. Om de handen goed in de voorgetekende vormen te plaatsen, moet er een kruising plaatsvindt; bedenk ander spelletjes waar de voeten ook moeten kruisen.

De bewegingszin metamorfoseert tot spraakzin. Werken wij aan de beweging, dan zijn wij op hetzelfde moment ook op vele andere gebieden actief!


Bronnenlijst
Titel Auteur Uitgever ISBN
Spelend oefenen Paul van Meurs Pentagon educatief, Amsterdam 90-72052-52-8
Stap voor stap M.N. Wortham en Jean Hunt Vrij Geestesleven, Zeist 90-6038 238 2
Ritmische-muzikale bewegingspelen Bernadette de la Houssay-van Rooyen Zonnehuizen Veltheim Stenia
Een handvol taal R. van der Kooy Intro, Nijkerk 90 266 1676 7
Extra Lesson: Exercises in Movement, Drawing and Painting Audrey E. McAllen Rudolph Steiner College 0904625001
Pyramide Tijdschrift Gehrels Vereniging
Hoi, een lied Thea en Nico Zaad Stichting ter bevordering van de muzikale vorming in samenwerking met de Gehrels Vereniging 90 321 0432 2
Kinderzang en kinderspel Pollmann en Tijgers De Toorts, Haarlem 90 6020 005 5
Het grote spelenboek Wil van Haren, Rudolf Kischnick Christofoor, Zeist 90-6238-277-0
Gedichten, spreuken, oefeningen F.E. Broekhuizen-Boxem Huize Elri Harmonielaan 7, Zeist
Learning Difficulties Ed. Ellen Wilby Rudolf Steiner College Press 0-945803-40-0

© Helend opvoeden  2025

naar boven