Koperstaaf- en stokoefeningen
Oefeningen en spelletjes
Pansje kevertje
Hansje Pansje Kevertje
die klom eens op een heg.
Neer viel de regen
die spoelde alles weg.
Op kwam de zon
die maakte alles droog.
Hansje Pansje kevertje
die klom toen weer omhoog.
staaf vertikaal, omhoog klimmen,
naar beneden glijden en strekken (drogen)
weer omhoog 'klimmen'
Peper en zout
Peper en zout
Peper en zout
Er erboven eronder
Er erboven eronder
En nooit een fout
Staaf horizontaal, (handen boven, palmen naar onderen)
Vingers een voor een omhoogtillen op ieder lettergreep;
Handen beurtelings verwisselen (hand onder staaf, palm naar boven & handen boven, palmen naar onderen)
Geel en goud
Geel en goud,
geel en goud,
Straalt het licht,
in het woud.
Over de staven stappen (tweede regel omdraaien/achteruit)
Stokoefeningen
De stok in verschillende posities vasthouden en op verschillende wijzen bewegen.
- In de kring, klappen, stampen en/of lopen.
- Op ritme van het versje stampen en lopen. Op ritme van het versje stampen wij telkens op de lange maat op de grond.
- Op ritme van het versje wordt telkens op de lange maat over de stok gestapt
- De leidster of een kind speelt de ritme op een trom (begeleiding leidster indien nodig).
Maart
Wild waait de wind om mijn oren en
Nat valt de regen in vlagen en
Dan weer de zon door de wolken, oh
Maart toch wat wil je graag plagen.
April
Een laatste wilde hagelbui
De zon verwarmt de aard
Een laatste wintertrek
En bloemen komen vrij
Luchten worden lichter nu
April verjaagd de koude
De vogel zoekt een stek
Brengt lente dichterbij.
Mei
Warm in het veilig nestje | - handen over elkaar, tegen het borst |
Liggen de eitjes zij aan zij | - handen open, nestje |
Piepkleine vogeltjes groeien | - duimen in elkaar, handen vormen vleugels |
Het is weer de maand van mei | - handen spreiden open en omhoog |
Stokoefeningen
Twee kinderen staan tegenover elkaar en een van beiden heeft een koperen staaf (met een stok kan het natuurlijk ook) in zijn rechterhand. Hij geeft deze staaf in een bepaald ritme (in dit geval een anapest) door in zijn eigen handen en werpt de stok vervolgens naar zijn overbuur.
Doorgeven naar linkerhand . kort
Doorgeven naar rechterhand . kort
Gooien van de staaf .. lang
Bij het gooien gooit het kind de staaf naar de overbuur. Er wordt zo gegooid dat de staaf via een kleine boog en in verticale stand bij de overbuur terecht komt.
De overbuur vangt de staaf met de linkerhand en doet daarna hetzelfde.
Overgooien
Stokken overgooien in paren
Bij deze oefening wordt er wel veel discipline van de kinderen gevraagd. De kinderen moeten tegelijkertijd vangen en werpen, dus zorgen dat de stok verticaal door de lucht gaat en tegelijkertijd een stok opvangen.
Springen
Ritmisch over stokken springen op een lied of een gedicht. Op het ritme van een gedicht wordt geklapt.
Geel en goud, geel en goud
Voor de kinderen ligt een stok op de grond. Op de lange springen de kinderen over de stok.
Stokken ritmisch doorgeven staand in de kring (doorgeven van zakjes of ballen).
Evenwicht
Met een stok in evenwicht op het hoofd lopen op een gedicht. Dit kan ook met pittenzakjes geoefend worden.
Ritmes met stokken op de grond tikken (stafrijm).
Balanceren
Balanceren met stokken op de vingers. Idem, maar dan op de voeten.
Deze oefening kan men verzwaren door de afstand tussen beide kinderen groter te maken. Na deze oefening herhalen we de oefening, maar nu hebben beide kinderen een staaf in de hand. Men moet dus werpen en vangen tegelijkertijd.
© Helend opvoeden 2025
