menu

Therapeutisch schilderen

Schilderen  

In de kunstzinnige therapie worden de 3 disciplines: therapeutisch tekenen, therapeutisch schilderen en therapeutisch boetseren onderscheiden. Afhankelijk van het doel van de therapie kunnen deze afzonderlijk of gezamenlijk ingezet worden. Er wordt meer met zogenaamde 'inleving' gewerkt dan met 'uitleving' (van problematiek). Het proces is hierbij belangrijker dan het resultaat. Kunstzinnige therapie is gericht op het versterken van het gezonde aspect in de mens.

  1. Therapeutisch tekenen: hierdoor kun je bv beter bewust en objectief gaan waarnemen. Het lijnenspel van tekenen spreekt het denken meer aan. Je gaat nauwkeuriger kijken en wordt daar ook stil van. Sommige technieken brengen je juist in beweging en andere bewegen zich tussen tekenen en schilderen in. Diverse technieken zijn hierbij mogelijk, zoals waarnemend tekenen, geometrisch tekenen, houtskooltekenen, pasteltekenen, dynamisch tekenen, arceren, vormtekenen etc. Elke techniek legt eigen accenten voor wat betreft de werking ervan.
  2. Therapeutisch schilderen: spreekt het gevoel en de beleving aan. Er wordt gewerkt met aquarelverf in de 'nat-in-nat'-techniek of met de sluiertechniek. Voorbeelden van thema's die hierbij gebruikt worden zijn bv: het ritme van de seizoenen, de cyclus van dag en nacht, de kleuren van de regenboog en kleurovergangen, water/golven (de elementen), van kleurstemming tot vorm komen (en andersom) en nog veel meer. Werken met sprookjesbeelden wil ik hier ook nog even noemen.
  3. Therapeutisch boetseren: de wil komt in actie, want we moeten stevig ingrijpen in de materie (vormen met klei). De tastzin wordt aangesproken (hierdoor ervaren we een betere beleving van de begrenzing van ons eigen lichaam) en het is drie-dimensionaal. Gewerkt wordt met eenvoudige vormen zoals de bolvorm (ook met mens-, dier-, plant- en mineraalvormen). Bekend zijn ook de platonische lichamen.

Als je ervan uitgaat dat in een mens 3 belangrijke gebieden werkzaam zijn, dan vind je het bewustzijn, denken en abstraheren bij het hoofd en warmte en beweeglijkheid in de stofwisseling en de ledematen (de zogenaamde wilskrachten). Deze 2 krachten ontmoeten elkaar in het ritmische borstgebied (van het hart en de longen). Hier kun je het gevoel plaatsen. Dit gebied zorgt voor het gezonde evenwicht en het heeft dan ook een bemiddelende functie in ons lichaam.

Daarnaast kennen we ook nog de creatieve therapie (beeldend), waarvan ik iets minder op de hoogte ben. Daarbij kan de materialenkeuze heel breed zijn, dus ook potlood, verf en klei, maar bijvoorbeeld ook gips en hout enzovoorts. Het is een combinatie van creatieve activiteiten en de daarbij aansluitende gesprekken.

Het is mij bekend dat soms ook de beeldhouwkunst wordt gebruikt als hulpmiddel in de therapie bij bijvoorbeeld burnout en depressies.

Tenslotte wil ik nog even de muziektherapie vermelden.

Therapeutisch schilderen

Bij het therapeutische schilderen wordt vaak gebruik gemaakt van de nat-in-nat techniek. Het papier wordt op een kunststof plaat gelegd en eerst helemaal nat gemaakt met een (natuur)sponsje. Daarna wordt er pas geschilderd met aquarelverf, die alleen op het papier zelf gemengd wordt. Er wordt meestal een grote platte kwast gebruikt, bv een no.18.

Tijdens het werken is het goed om af en toe het werk eens van een afstand te bekijken en daarna weer verder te gaan.

Telkens weer merk ik dat de prachtige kleuren die zo ontstaan me goed doen. Het is net een kleurenbad dat je neemt.

In de groep

In de groep of individueel kan therapeutisch geschilderd worden. Hieronder volgen enige voorbeelden van schilderingen gemaakt aan de hand van de oefeningen uit het boekje van Eve Lis-Damm: Malen mit seelenpflege-bedürftige Kindern

Algemeen

Kunstzinnige activiteiten doorspekken de vormgeving van het dagverloop, het onderricht en de sfeer van het heilpedagogische gebeuren. Ook het schilderen komt op veelvuldige wijze te pas. Het is de grondslag van veel heilpedagogische activiteiten, zowel klassikaal als individueel. De omgang met kleuren heeft een harmonische werking. Om vast te stellen wat het kind nodig heeft, is een fenomenologisch beschrijvende in plaats van een diagnostische benadering op zijn plaats. De polaire tegenstellingen van de constitutionele beelden zoals door Rudolf Steiner aangegeven, vormen het uitgangspunt voor Eve Liss-Dam.

Heilpedagogische hulp is geboden waar het spanningsveld tussen de polaire functies niet in evenwicht is. Om het evenwicht te herstellen is het nodig om de ik-krachten te activeren. De polariteiten kunnen in de gestalte waargenomen worden, en ook in de zielenwerking of zielengesteldheid. Dit laatste is zichtbaar in het proces van bewustzijnsopbouw, met name in de wijze waarop de buitenwereld door de ziel gepakt wordt. Dat varieert van te grote sensitiviteit tot de wijze waarop een epileptische aanval verlossing brengt.

Helen – evenwicht herstellen tussen twee polariteiten

Heling is een zoeken naar het midden tussen Luciferische en Ahrimanische krachten. De opvoeding heeft hetzelfde doel voor ogen. Het oerwoord voor helen en pedagogie was hetzelfde. Een verdieping in de Vrije Schoolse pedagogiek leidt tot een helende pedagogiek. Het is aan de pedagoog om een midden tussen twee uitersten te bewerkstelligen. Één wijze waarmee genoemd doel te bereiken, is het beleven van kleuren door het schilderen.

Een mens kan evenwicht vinden door tegenkracht in te zetten. Vanuit het midden wordt het mogelijk om de eenzijdigheid aan banden te leggen. Daarom is het belangrijk om het middengebied te verstevigen.

De mens is burger van drie werelden. Met zijn lichaam staat hij in de fysieke wereld, met zijn ziel in de zielenwereld en met zijn geest in de geestelijke wereld. De ziel speelt de rol van bemiddelaar; aan de ene kant worden aardse ervaringen de geestelijke wereld ingedragen. Aan de andere kant worden impulsen vanuit de geestelijke wereld in de aardse sfeer tot daden. Zoals de ziel tussen stof en geest leeft, zo leeft kleur tussen licht en duisternis.

Kleur - een fenomeen van het midden

Ziel en kleur zijn nauwe verwant. De kleuren spiegelen de wetten van de geestelijke wereld. De lichtende ziel verbindt zich ademend met de duisternis van de lichamelijkheid, met de fysieke wereld van materiële objecten. Goethe zegt van de kleuren, dat ze de daden zijn van het lijden van de ziel. De kleuren zijn het medium waarin de ziel zich beweegt. Rood dringt zich dieper in het fysieke, laat het bloed stromen. Het brengt de wilssfeer in beweging. Blauw gaat juist de andere kant op, maakt zich los en beweegt naar het hoofd. Daar verkeert hij in rustige voorstellingsbeelden als tegenpool van de wilssfeer.

Ademend is de ziel verbonden met het lichaam. Zachtjes losmakend en verbindend in het voelen. In ons denken groeien wij naar het licht, in ons voelen verschijnt kleuren. De werkelijke wilsimpuls verdwijnt in de duisternis, wij begeleiden het met ons (kleurige) gevoel. De ziel die tussen de polariteiten beweegt, ademt tussen blauw en rood. Kleurbeweging lossen de statische begrippen op. In het innerlijke menselijke wezen zijn kleuren een fenomeen van het midden. Vanuit de geestelijke wereld stralen zij de fysieke wereld binnen. Zij vormen een poort tussen het fysieke en het geestelijke - denk hierbij aan het beeld van de regenboog!

Schilderen, een ademproces van de ziel

Door het schilderen komt de ziel in beweging tussen de polen van binnen- en buitenwereld. Zintuigindrukken worden opgenomen (waarneming) en omgevormd tot innerlijke beelden. Op het papier wordt het door kleur weergegeven.

Oplettendheid wordt geschoold; er wordt geoefend om goed waar te nemen.

Heilpedagogische kinderen zijn vaak onoplettend of ze nemen goed waar maar kunnen de waarnemingen niet omzetten in voorstellingen. De opvoeder moet het kind helpen om de poort naar de wereld en zijn verschijningen open te maken door bezieling, dat is het doel. De kleuren bieden een brug waardoor de kinderen kunnen komen tot deelname aan de wereld. De kleuren brengen vastgezette zielenkrachten weer in beweging. Ze werken als een soort bevruchting van het bewustzijn van het eigen bestaan. Kleur is een element van het bewustzijn, het wekt. Duisternis brengt ons in slaap.

Het schilderen laat de ziel ademen. Eerst wordt men door afstand te nemen tot toeschouwer, om dan opnieuw op te gaan in het scheppende proces. De mens geeft zich over aan de activiteit, de arbeid. Het brengt afwisselen rust en beweging; ademen.

Ook de werking van de kleuren zelf brengt een ademend proces tot stand. Rood komt op ons af, blauw voert ons in de verten. Waar rood blauw verdrijft werkt het bedrukkend. Waar blauw rood verdrijft, werkt het bevrijdend.

Verbinden/loslaten, inademen/uitademen

Schilderen kan helpen om vlakke ademhaling te verdiepen en om verstarring of verkramping op te heffen.

Verdieping Vrije Schoolpedagogiek

Om de buitenwereld voor het heilpedagogische kind beleefbaar te maken, moet de wereld door een soort bril gezien worden. De bergen moeten 'berger' worden, de rivieren 'rivierder'. Om het te kunnen aanpassen, moet de heilpedagoog uiteraard eerst bekend zijn met de basale leerstof. Dan wordt het onderricht tot een kunst. Er zijn vele mogelijkheden om dit doel te bereiken, één er van is het schilderen.

Schilderen vanuit de kleuren

Het schilderen vanuit de kleuren is omvattender, meer volkomen. Het wezenlijke, geestelijke aspect dat achter de dingen zitten, wordt beleefd.

Bij het schilderen vanuit de kleur wordt de kleurenstemming, de kleurklank eerst aangebracht. Het samenspel van kleuren brengt het bijbehorende motief tot stand. Ook deze beelden moeten door de leraar voorgeschilderd worden. Het waarnemen van en tot zich laten spreken van de scheppende krachten, activeert het kind en stimuleert hem om in beweging te komen. Hij krijgt de gelegenheid om vaardigheden die anders sluimerend zullen blijven, tot ontwikkeling te brengen.

Motieven schilderen

Het schilderen van motieven is een speciale en doelgerichte maatregel. Karl Schubert, leraar eerste hulpklas in Stutgard Waldorf school, noemde het 'een bril op de wereld zetten'.

Bij het schilderen van motieven wordt begonnen met het object (als vlak, niet omlijning!) aan te brengen. Deze wordt dan omgeven door wevende kleuren.

Bij het voorschilderen van motieven, worden de kinderen wakkerder en leren zij oplettendheid aan. Ook het voorstellingsvermogen wordt wakkerder. De fantasie wordt aangesproken en bevorderd het vermogen om innerlijke beelden te vormen.

Combineren

Een derde mogelijkheid is het combineren met twee methoden.

Er wordt begonnen met het kleurenspel en daarna worden de motieven duidelijk en als gestalten hierin aangebracht.

Voorbeeld: vissen in het water

  1. Bewegende water, uit het bewegen ontstaat de visvormen later
  2. Welgevormde vissen zonder hun element, het water. Pas later worden ze om- en overspoeld met het water.
  3. De vissen verschijnen in het water, in hun eigen element. Het is niet meer te zien hoe het begon.

Verschillende uitgangspunten leiden hier tot hetzelfde doel. Als men zich er in verdiept, kan men bij het waterbeeld komen tot een gevoel van wegzinken, alsof de bodem onder je voeten weggezogen wordt. Bij de vissen zonder water kan er een gevoel van ademnood ontstaan, men wil verstikken of uitdrogen. Het beeld van de vissen in het water werkt bevrijdend. Door zich op deze wijze in te leven in de verschillende schilderingen, kan de heilpedagoog ook beleven hoe een kind zich in de wereld bevindt. Bijvoorbeeld een kind dat tot de verhardende, vastzittende tendens neigt; of hoe het is om steeds tot vervliegen te neigen, weg te stromen. Wanneer de opvoeder zich zo in de zijnstoestand van de kinderen inleeft, komen de juiste invallen hoe om een kind te bejegenen.

Voorschilderen

Op het schoolbord kan het papier door bevochtiging goed blijven zitten en de kinderen kunnen goed zien wat er gebeurt. Als er geen bord is, kan een schilderbord geplaatst worden op twee speciaal hiervoor vervaardigde houten blokken met schuine gleuven. Plaats deze ergens op een hoogte vanwaar de kinderen, misschien in een halve maan opgesteld, het voorschilderen goed kunnen waarnemen.

Voorbeeld:

De leidster plaats een kleurvlak op het papier, nog een en nog een… de kinderen kijken toe en raden. Wordt het een beek, een heks, een berg, een engel of een rivier? De vormen ontstaan en verdwijnen weer, net als de wolkvorming. Het werkt stimulerend op de bloedstroom, als een massage! Langzaam komt het motief te voorschijn. Het proces slaat op een gegeven moment misschien over van raden naar raadgeving. Ze worden gevraagd wat er zoal nu weer zou moeten gebeuren. Het werkt opwekkend op de scheppende vermogens. Wanneer het af is, gaat het beeld ook weer weg. Goed vooroefenen blijft belangrijk – vereenvoudigen en allen het wezenlijke behouden. De weg, het proces, is waar het op aankomt, niet het resultaat. Wat er met kleur op het papier gebeurt, wordt op een bewegelijke, aanschouwelijke wijze beleefd.

Sprookje van de groene slang:

  • Rode kleurvlakken schilderen.
  • Geel toevoegen.
  • Blauw aanbrengen over de andere kleuren heen; wat vorm aanbrengen, rotsen en afgrond ontstaat.
  • Veerman, goudstukken, blauw slang verschijnt; de slang eet de goudstukken en wordt groen; hij straalt licht uit, de omgeving in.

Therapeutisch schilderen

Het grondmotief van helend werken is het in harmonie brengen van tegengestelde krachten.

De constitutiebeelden worden door de heilpedagogiek als volgt ingedeeld:

Punttendens
  • Samentrekkend
  • Verhardend
  • Verstarrend
  • Koud
Omtrektendens (cirkel)
  • Vervluchtend
  • Uitvliegen
  • Oplossen/wegstromen
  • Warmte

Om de uitvloeiende en samentrekkende neigingen met elkaar in wisselwerking te brengen, werkt genezend. Eenzijdigheid wordt in evenwicht gebracht door de andere polariteit er tegenover te stellen. Bij een gezond mens, zijn de polariteiten in evenwicht.

Hoe moet er te werk gegaan worden om het eenzijdigheden op te heffen?

Het gaat hier niet om neutraliseren, dat brengt een karakterloos midden tot stand.

Het gaat hier vooral om ritmische afwisseling.

In het helend opvoeden op antroposofische grondslag ontdekken wij 6 basale ziektebeelden waarvan uitgegaan worden. Drie aan de ene kant en drie aan de tegenovergestelde kant. Wanneer men deze ziektebeelden begrijpt, helpt het ook om andere ziekteverschijnselen te begrijpen.

Punt
  • Epileptisch
  • Dwangmatig
  • Zwakzinnig

Voortzettend hierop: kleinhoofdig, microcefaal, autistisch.

Omtrek (cirkel)
  • Hysterisch
  • Vergeetachtig
  • Onrustig, psychotisch, maniakaal, fantasiearm.

Voortzettend hierop: groothoofdig, hydrocefaal, overmatig contact makend, fantasieovervloed.

De zes ziektebeelden zijn een wegwijzer. De processen van eenzijdigheden en het opheffen ervan zijn nodig. Het zijn processen die de mens eigen zijn. Denk aan rust/beweging, herinneren/vergeten, wakker zijn/inslapen.

Laat jou door het wezen van het kind leiden naar het juiste antwoord op zijn vraag. Voel je in zijn zielstoestand van het moment in. Iedere kind vraagt om individuele behandeling. Er zijn geen pasklare antwoorden op specifieke problemen. Begin waar het kind zich bevindt en werk vandaar uit naar het doel, naar waar jij hem heen wilt leiden. De aanwijzingen zijn er om richting te geven. Het zijn geen recepten.

Om met de kinderen te werken, is het nodig om bekend te zijn met de ziektebeelden en de aanwijzingen van de cursus 'Helend Opvoeden' zowel als het leerplan van de Vrije School.

Het is ook nodig dat degene die met de kinderen werken op de hoogte is van de schildertherapeutische mogelijkheden – dan al het geleerde vergeten en je door het kind laten leiden!

Kinderen met een tendens tot overbeweeglijkheid (maniakaal)

Deze kinderen zijn psychomotorisch hyperkinetisch. Ze zijn altijd in beweging, pakken her en der dingen op, bewegen als wervelwinden. Ze kennen geen grenzen en verstoren vaak de rust. Vaak uit het zich in agressie. Het kind is onrustig en heeft geen concentratievermogen. Ze maken hun werkjes vlug af en er zit weinig of geen vormkrachten in. Hun benen zijn haast nooit stil. Als men zich in deze kinderen verplaatst, merk je dat er geen heer in huis is (geen Ik). Het Ik werkt vormend en geeft gestalte. Het huis is de lichamelijke omhulling. De muis heeft vrije gang (astraallijf) Er zit geen rem op het astrale leven. Het begeerte- en wensenleven gaat een eigen leven leiden.

De bewegingsdrang moet ingedamd worden; het kind heeft hulp nodig om zijn leven vormend en gestaltegevend te bemeesteren.

Wordt vervolgd...

© Helend opvoeden  2025

naar boven