menu

Leren vertellen

De wolken

Ik droeg nog kleine kleren, en ik lag
Lang-uit met moeder in de warme hei,
De wolken schoven boven ons voorbij
En moeder vroeg wat 'k in de wolken zag.

En ik riep: Scandinavië, en: eenden,
Daar gaat een dame, schapen met een herder
De wond'ren werden woord en dreven verder,
Maar 'k zag dat moeder met een glimlach weende.

Toen kwam de tijd dat 'k niet naar boven keek,
Of schoon de hemel vol van wolken hing,
Ik greep niet naar de vlucht van 't vreemde ding
Dat met zijn schaduw langs mijn leven streek.

Nu ligt mijn jongen naast mij in de heide
En wijst me wat hij in de wolken ziet,
Nu schrei ik zelf, en zie in het verschiet
De verre wolken waarom moeder schreide.­

Martinus Nijhoff

Oefeningen voor het vertellen van sprookjes en verhalen

Uit 'Beelden als inspiratiebron', Bert Voorhoeve

Leren vertellen van sprookjes en verhalen is als het leren bespelen van een muziekinstrument. We moeten er veel vingeroefeningen voor doen, steeds weer proberen en oefenen. Picasso heeft eens gezegd: 'Ik heb er zestig jaar over gedaan om weer te leren tekenen als een kind. Dit geldt ook voor het vanuit innerlijke beelden leren vertellen. We moeten bewust leren wat voor een kind nog vanzelfsprekend is. Wat we verloren hebben, de beeldentaal, moeten we terugzoeken, activeren, in beweging brengen. De beelden in verhalen en sprookjes moeten we weer innerlijk tot leven komen, zodat we ze voor ons zien als een bewegende kleurrijke stroom. Voor het goed vertellen van verhalen en sprookjes is het van belang het beeldend vermogen in ons te ontwikkelen, zodat we innerlijk kunnen zien waarover we vertellen. Alleen dan kunnen de toehoorders ook beelden zien bij wat we vertellen.De woorden die we gebruiken zijn vaak abstract geworden, dat wil zeggen: de woorden zijn alleen begrippen - we zien er geen beeld meer bij. Bij het vertellen van sprookjes en verhalen is het ook van belang ons te realiseren,

dat we al vertellend ook onze innerlijke houding tot een verhaal of een sprookje overbrengen. Het is daarom belangrijk dat we ons afvragen wat we aan de beelden beleven: ervaren we hetgeen we vertellen als waarheid? Ten slotte is het van belang bij de voorbereiding het sprookje te benaderen als een levend wezen dat zich gekleed heeft in de woorden van de taal. Het innerlijk kunnen zien van beelden bij een verhaal of een sprookje is door enkele oefeningen te ontwikkelen.

Beschrijf een omgeving of sfeer waarin jij jezelf bevind

P. 233 Bert Voorhoeven

  • Liefelijk dromerig landschap, weide met lammetjes en bloemen, vlinders, spelende kinderen, heldere bron.
  • Woestijn, brandende zon, verstikkende zandstorm, karavaan door rovers overvallen, strijd op leven en dood. Vliegende storm,machtige golven te pletter op rotsen.
  • Mist, gedempte geluiden, lichtjes die verschijnen en verdwijnen.
  • Grote witte stapelwolken,trekken weg bij vallen van avond, zonsondergang mer rood, purper, lila en paars.
  • Wolken pakken langzaam samen, wordt snel donkerder, rollende donder in verte, bliksemflitsen, ontlading van heftig onweer; zon breekt weer door en regenboog verschijnt tegen inktzwarte hemel.

Website van Bert Voorhoeven over beelden als inspiratiebron:

© Helend opvoeden  2025

naar boven