Het vertellen van een verhaal
Communicatie
Wanneer ik een verhaal creëer of zelfs een verhaal in mijn eigen woorden navertel, deel ik iets van mijzelf met de toehoorder. Daarmee wordt het verhaal opnieuw tot leven gebracht - één van de sleutels van het Vrije Schoolonderwijs, is het vertellen van een verhaal in tegenstelling tot het lezen. Dat is vaak even schrikken, want wij zijn het niet meer gewend en denken dat het moeilijk is en dat wij het niet kunnen.
Wij kunnen heel klein beginnen, eenvoudige verhaaltjes navertellen met simpele hulpmiddelen – zelfgemaakte vingerpopjes of eenvoudige figuurtjes van klei (hout, sprookjeswol of bijenwas) een paar houten blokken om huizen voor te stellen, een stukje stof van oranje, bruin of groen als aarde en een blauw stofje, gedrapeerd over een geimproviseerd raamwerk, om het luchtruim voor te stellen. Het spelmateriaal dient ook als geheugensteun, om het verhaal te vervolgen.
Vaak werkt het goed om verhaaltjes te weven rond een bepaald karakter (kabouter, dier, jonge/meisje) Je kunt steeds, aansluitend bij ervaringen, gebeurtenissen, jaargetijden of feesten, nieuwe avonturen verzinnen.
Een grote steun om verhalen te onthouden voor het navertellen, is om de taferelen in gedachten voor het geestesoog de revue te laten passeren – dus met je eigen fantasiekrachten de beelden op de bouwen en de karakters te "zien"terwijl het verhaal zich afspeelt. Dan merk je snel waar je het niet goed kunt onthouden. Lees het even na en dan 'zie' je de beelden helder voor je. De volgende keer lukt het om het voorheen vergeten stukje zonder problemen weer naar boven te halen. Het is voldoende om, in het begin, het verhaal zo drie maal op te bouwen in beelden. Wanneer je de techniek eenmaal onder de knie heeft, lukt het meestal al na een keer.
Schema voor het opbouwen van een verhaal rond een thema:
Voor we op pad willen gaan - De tocht
- de oproep
- het vertrek
- op reis
- de reisgenoten
- de aankomst
- de thuiskomst
Elementen die tegengekomen kunnen worden bij:
Oplossing probleem/confrontatie met de boze
- Draken
- Zusters
- Overwinning
- Slimheid
- Huwelijk
- Slimme magische krachten
- Lotbepaalde ontmoetingen
- Betovering, verbreking van betovering. Metamorfose
- Moed, vertrouwen, onbaadzuchtighed
Sprookjesbeelden voor het uitdrukken van:
Ontwikkelingsweg/mensheidsweg
- Waarnemingsziel – Reuzen, dom, met natuurkrachten verbonden (leven in weer & wind, natuurfenomenen) Vormt en brengt alles tot stand. Vaak manlijk.
- Verstandsziel – wijze regelmaat, constructieve wijsheid. Wijsheid, werkt achter alles wat voortgebracht wordt en crieert de dingen zelf. Vaak vrouwelijk, zusters.
- Betovering, versteend of in vorm gevangen; dag en nacht (fysieke en etherische)
- Huwelijk – de fysieke en geestelijke eenheid herwonnen
- Bewustzijnsziel - slimheid. Ongebreidelde krachten worden door bewustzijn en helder inzicht overwonnen. Kleermakertje.
- Draken, reuzen, heksen – achtergebleven krachten, afgeworpen astrale krachten van mensheidsontwikkeling verschijnen in uiterlijke vorm. Dwergen – achtergebleven wezens zonder ego. Schadelijke krachten werken wanneer de mens in het stoffelijke materiële uiterlijke wereld verstrikt raken. Het fysieke verdoeselt de doelwit en verhindert karma.
- Huwelijk prinses en prins: verbinding herwinnen tussen fysieke verschijning en wezentlijke achter de verschijning. Het vinden in de fysieke wereld van de eigen archetype, de leidende wijze geestelijke krachten wordt door verstandsziel herkend. Deze krachten kennen de geheimen die je naar het geestelijke wereld kunt leiden – magische paard.
- Bron, gouden vruchten – inspiratie, geestelijke wereld
- Zonder thuis – hemelse oorsprong kwijt
- Goud – geestelijke oorsprong, kosmische wijsheid
- Licht
- Verdwalen in donker bos - fysieke wereld.
- Zoektocht
- Moed
- Ontmoetingen - helpende of tegenhoudende krachten
- Weerstanden – tegenkrachten
- Veerman
- Armoede – afgesneden van geestelijke oorsprong.
- Actieve perceptie (gouden vogeltje) herkent de verborgen geestelijke werkingen (lelie)
- Jong persoon, prins of prinses – nieuwe impuls, ik-krachten
- Oude rijk wil niet wijken of geeft juist impuls door naar volgende generatie.
- Bos – zielenwereld, verdwalen hierin, lichtje leidt naar nieuwe mogelijkheid of juist probleem om op te losen.
- Molen – sterven en worden
- Water – ether (levenskrachten/vormkrachten)
- Grootmoeder – oude mysteriewijsheid
- Rood – bloed, ik-krachten
- Wolf – het kwaad, leugen
- Opeten – goede door kwade overweldigd, spirituele inhoud verdwenen.
- Jager – waakzame kracht, herstelt evenwicht.
- Doodsprocessen brengen nieuwe bewustzijnskrachten bij ontwaking.
- Geliefde vinden – verbinding leggen met hogere zelf. herkenning van koningszoon – innerlijk actief
- Zon – verbinding met Christuswezen
- Huis om in te wonen – incarnatieproces
- Spinnen – denken
- Weven - voelen
- Naaien – willen
- Gouden draad – levende wijsheid
Verhalen werken op de verbeelding van het kind en op hun zielenbelevingen. Zij doen dienst als spiegel. Sprookjes brengen archetypische beelden van menselijke kwaliteiten - grootmoedigheid en hebzucht, vriendelijkheid en wreedheid, schoonheid en lelijkheid, enz. In elk van deze verhalen triomfeert uiteindelijk het goede over het kwaad. Hierdoor verwerven de kinderen een diepgewortelde ethische ervaring zonder dat er moralisering aan te pas komt. De mens moet een lange reis afleggen alvorens hij sociaal vaardig wordt. Verhalen bieden handvaten en helpen de kinderen vaardigheden tot ontwikkeling te brengen, die ze op deze reis kunnen gebruiken. Archetypische menslijke ervaringen worden door middel van verhalen gebracht.
Het vertellen van een verhaal
Wanneer een verhaal wordt naverteld of zelf door de verteller opgemaakt wordt, deelt de verteller iets van zichzelf met de kinderen. Daardoor komt de verhaal opnieuw tot leven – dit is een van de belangrijkste sleutels van het Vrije Schoolonderwijs. Vaak is dat een drempel voor de leidster. Men denkt de verhalen geen recht te kunnen doen of men denkt dat het te veel voorbereiding vraagt. Wanner men echter eerst een paar maal ervaring opgedaan heeft ermee, vallen de bezwaren snel weg. De verschil is ook meteen merkbaar aan de kinderen. De verteller is met zijn gehele wezen betrokken bij de wisselwerking tussen hem/haar en de kinderen, in plaats van bij het transformeren en overdragen van het geschreven woord. De verteller heeft zijn handen en zijn lichaam vrij om de nodige bewegingen en gebaren te kunnen maken om de communicatie te ondersteunen. Ook gezichtsuitdrukking en oogcontact zijn geweldige hulpmiddelen.
Kinderen met ontwikkelingsachterstand hebben vaak weinig of geen taalvaardigheden. Behalve onze eigen gebaren, gelaatsuitdrukking en lichaamstaal hebben wij, vooral bij de jongere kinderen, hulpmiddele nodig.
- Fantasiekrachten
- Dramatisering
- Herhaling
- Ritme
© Helend opvoeden 2025
