De peuters

Inleiding

De driejarige heeft voldoende aan eenvoudige natuurverhalen met veel herhalingselementen. Eenvoudige alledaagse gebeurtenissen, kleuterrijmpjes en schootspelletjes; herhaalsprookjes voor de oudere peuters.

Jongste – dichtbij hun belevingswereld blijven
Schootspelletjes
Lichamelijke oriëntatie, zintuiglijke ervaringen.
Ritme als therapie

De kleuterrijmpjes hebben talloze generaties kinderen al geboeid en verheugd. Behalve het warme, sociale samenzijn, hebben ze ook een diepe invloed op de ademhaling, bloedsomloop en hartslag. Etherkrachten (levenskrachten) worden versterkt. Het kind raakt bij geboorte los van de kosmische harmonie waarin het vertoefde. Vanuit de ongecoördineerde chaotische bewegingen waarmee een kind nu de wereld inkomt, helpen de liedjes en versjes op moeders schoot ze een weg te vinden, ordening te vinden. Hier speelt ritmische herhaling een onvervangbare rol. De muzikale, lang-kort, lang- kort ritme van veel rijmpjes hebben een incarnerende werking. Een vormgevende, etherische werking tot in het lichamelijke toe, komt tot stand. Niet alleen fysiek, maar ook op emotioneel- en zielenniveau, brengen ze levenskracht en vormkracht. Dat in tegenstelling met maat, zo vaak in moderne kinderliedjes gebracht.

Handpoppen – oermoeder figuur met baby, zing wiegeliedje en leg in bed – goed idee voor onze jongste groep!
Met de kindjes in een kring zitten, zijden doekjes op schoot, om een verteltheatertje te creëren.
Een zachte wollen pop is zeer geschikt voor de jongste.
Laat de poppen langzaam bewegen, ieder gebaar zinvol en levend uitvoeren. Dan kan het kind de bewegingen uiterlijk maar ook innerlijk volgen.

De poppen komen tot leven omdat de speler ze bezielt. Neem voor je begint een ogenblik de tijd om stil te staan bij het lot van de kinderen. Zij hebben een nieuwe levensopdracht en zijn open en ontvankelijk voor wat er op ze afkomt – gaan er met liefde, respect en wijsheid mee om.

Wat wij ze geven, kan een belangrijke brug zijn waar de geestelijke wereld en fysieke wereld ontmoeten.

Wij kunnen de nieuwe wereld die ontdekt moeten worden op een bijzondere wijze door seizoensliedjes en versjes aan ze geven. Een rupsje is snel tevoorschijn getoverd met een pijpenrager en wat groene wol. Verzin een verhaaltje van Kriebelpoot het rupsje. Laat hem op je arm lopen en vertel erbij hoe zijn pootjes kriebelen, hoe zacht hij is en hoe lief. Hij doet mij niets, wilt alleen maar eten. Waar vindt hij toch een groen blaadje? Nu en dan kijkt hij op en kruipt dan weer verder. Wat ziet hij allemaal? Stimuleer observatie in de natuur. Dan gaat hij op de arm van het kind kruipen. Met de beweegbare pijpenrager is het goed te doen!

Innerlijke beeldvorming! Bij onze kinderen is extra aandacht nodig om ze te laten ontwaken, voortdurend stimuleren; waar te veel, helpen de overvloed te kanaliseren.
Gebruik materialen tijdens de wandeling gevonden, maak er speelgoed van.
Stimuleer beweging, klein en groot. Basis van ontwikkelingsmogelijkheden leggen.
Laat de elementen tot leven komen door de daarbij horende bewegingen en gebaren. Vissen in het water, vogels in de lucht, de vlammen van een vuurmannetje laten flakkeren, de aarde door de kruipende kabouters voorstellen.
Het typisch menselijke wordt voorgespiegeld. Handvaten op levensweg.
Taalverwerving; woordverwerving en motorische geheugen.
Persoonlijkheden/karakters/situaties in beelden die aanspreken.
Therapeutische hulp b.v. voor het hysterische kind – tempowisseling - paardje galoppeert, heuvel op, stapt, weer sneller naar beneden. Gecontroleerde, liefs ritmische wisseling van snelheid, consonanten klip klop; afsluitend steeds langzamer en moe, naar de stal om te rusten.