menu

Beeldenspel en beeldspraak

Beeldenspel

Beeldenspel als therapeutisch hulpmiddel

Veel kinderen die een zware "rugzak" meeslepen, zouden best geholpen zijn door spel.

  • Als je angsten hebt, kan je als ridder de draken verslaan.
  • Als je jezelf lelijk vindt, is een mooie prinses spelen heerlijk.
  • Als je een nare jeugd hebt gehad, is Assepoester spelen heel fijn.
  • Als je geen vader en moeder hebt, geeft "Oliver" spelen, je het gevoel van herkenning.
  • Als je de mensenwereld niet goed begrijpt kan spelen van "De kleine prins" je helpen.
  • Als er geen verhalen bestaan, kan je ze zelf verzinnen.

Er gaat een wereld voor je open, net als het gordijn van het toneel.

Je kunt via toneelspel leren hoe je problemen zou kunnen aanpakken. Soms kan het alleen troost bieden.

Eenvoudige hulpmiddelen zoals kleding, gekleurde doeken en attributen ondersteunen het spel.

Beeldspraak

De kracht van beeldspraak

Toen haar eigen kinderen klein waren, zocht Anneke van der Meer naar creatieve manieren om problemen in de opvoeding te lijf te gaan. Ze ontdekte dat beeldtaal in verhalen en sprookjes kan helpen bij het overwinnen van problemen.

Ze ging schrijven en publiceerde twee boeken met (therapeutische) verhalen. Daarnaast heeft Anneke een eigen praktijk voor psychotherapie. 'Verhaaltherapie' blijkt niet alleen succesvol, maar ook een fijne en inspirerende bezigheid voor kind, ouder én therapeut. Anneke licht toe hoe verhalen helend kunnen werken...

Als volwassene heb je, behalve in je dromen, meestal het contact verloren met de magische wereld die je in je kinderjaren als vanzelfsprekend ervoer. Daarom is het moeilijk te begrijpen dat verhalen met irrationele wendingen zo'n genezend effect kunnen hebben op kinderen. Maar hun verbeeldingskracht staat voor niets en kan aangesproken worden om hen te helpen genezen.

Om mij van de medewerking van hun fantasie te verzekeren, maak ik mijn verhalen zo sprookjesachtig mogelijk door symbool- en droomtaal en het gebruik van zintuigelijke woorden, omdat kinderen de wereld beleven via al hun zintuigen.

Elfje

Als je tegen een meisje dat steeds struikelt zegt: "Loop eens als een elfje" stimuleer je haar met beeldspraak om haar eigen fantasie te gebruiken. De opdracht 'til je voeten op' is hiermee

getransformeerd tot een boeiend spel, dat ze kan spelen naar haar eigen inzicht. 'Je voeten optillen' is iets oninteressants dat voor volwassenen kennelijk erg belangrijk is, maar in de

huid van een elfje kruipen, dat is aanlokkelijk en stimulerend. En elfjes struikelen niet...

Door een beeld te gebruiken heb ik haar belevingswereld veranderd, maar ook de mijne. Van de moeder van een onhandig kind, ben ik opeens veranderd in de moeder van een kind dat loopt als een elfje! Onze wandeling heeft glans gekregen. Met dit voorbeeld wordt de rode draad zichtbaar die door mijn boek 'Verbeeldingskracht als heelmeester' geweven is: hoe kun

je een 'taal' leren (een manier van uitdrukken), die niet alleen het leven van je kinderen aangenamer maakt, maar ook je eigen leven met hen? Want hoeveel je ook van je kinderen houdt, het is toch vaak een heksentoer om de sfeer goed te houden. Lievelingsdier

Misschien is het wel het duidelijkst te zien hoe helende verhalen kunnen werken, als je denkt aan een moeilijke geboorte waarbij een baby het zwaar te verduren kreeg. Als je een kind van zes vertelt over zijn geboorte, dan zul je zien dat dat zijn verstand te boven gaat. Maar als je vertelt over een diertje in nood, dan richt je je tot een zielelaag waar een kind in thuis is. In je verhaal is er een hertje, door zijn moeder bevrijd uit een onderaards hol. Moeder is uitgeput van het graafwerk en heeft geen energie meer over om het hertje te troosten en tussen haar pootjes te nemen. De waarheid is in deze vorm verteld. Omdat een kind het in de vorm van een verhaal over een lievelingsdier kan begrijpen, gaat de genezende kracht van het kind in zijn verbeelding aan de slag: hij ziet de eenzaamheid en het verdriet van het hertje en hij stroomt over van compassie. Aan de éne kant identificeert hij zich met het hertje, aan de andere kant is hij nu zelf degene die het hertje troost en op zijn gemak stelt. Dan is het beeld compleet, de tegendelen verzoenen zich. Eigenlijk is dat wat aan het eind van sprookjes gebeurt: de prins en prinses gaan trouwen (en ze leefden nog lang en gelukkig). Iedere keer dat ik een verhaal over een geboorte maakte, was het therapeutische effect op het gedrag van het kind verbazend groot.

Transformatie

Veel sprookjes gaan over de transformatie van slachtoffer naar held of heldin: Assepoester wordt prinses, Sneeuwwitje ook en het lelijke eendje wordt een zwaan en het kwaad wordt

gestraft. Soms krijgt een veulentje de gelegenheid om kwaad te worden op een merrie uit de kudde. Kinderen kunnen enorm genieten van de gelegenheid om via een verhaal opgezoute kwaadheid naar hun ouders te uiten. In het dagelijkse leven kunnen ze dat vaak niet of niet genoeg, want daarvoor houden zij teveel van moeder; bovendien zijn ze van haar afhankelijk. Maar als Pulletje "Stoute mama" naar moeder eend roept, dan is dat letterlijk een ander verhaal. Nare eigenschappen van belangrijke ouderen kun je zo uitbesteden aan andere (kudde)dieren.

Daarmee schep je ook een beeld, in de dierenwereld, waarin kwetsend gedrag van ouders te begrijpen en te accepteren is.

Bijvoorbeeld: "Vader Tijger was wel eens hardhandig met zijn welpjes maar dat kwam omdat hij wou dat ze goed leerden jagen zodat ze later geen honger hoefden te lijden."

Monster

Bij nogal wat kinderen die faalangstig zijn, merk ik dat ze in het verleden nare ervaringen op school hebben opgedaan met pesten of met een onvriendelijke meester of juf. Hun zelfbeeld heeft ernstig schade geleden.

In een verhaal kun je een rechtvaardige wereldorde herstellen en de pesters alsnog hun straf laten ondergaan. Bovendien kan je hen met behulp van een monster dat op de hand van het slachtoffer is, dwingen hun gedrag te verbeteren. Via het hulpvaardige en solidaire monster ontlaadt het kind zijn woede en dat lucht op! Het zijn als het ware geleide fantasieën die het gekwetste zelfbeeld helen en een rechtvaardige wereldorde herstellen.

Into

Dit Surinaamse jongetje kwam bij mij nadat hij ter sprake was gekomen tijdens de behandeling van zijn moeder. Into kroop 's nachts vaak vanwege zijn angst voor heksen in bed bij zijn moeder of (tweeling)zusje. Die heksen spookten bijna iedere nacht en moeder en zusje kregen er slaapgebrek door.

Into heeft een tweelingzusje en hij is bang dat moeder en dus ook andere mensen meer van háár houden dan van hem. Zij is veel groter dan haar broer en maakt makkelijk contact met anderen. Op de foto zie ik een grappig meisje met twee als horentjes overeind staande vlechtjes. Into is veel stiller en kleiner en kan minder goed de aandacht op zichzelf vestigen. Vanwege zijn overtuiging dat hij eigenlijk niet zo'n erg leuk jongetje is loopt hij ook in het leven van alledag veel teleurstellingen op. Hij raakt daardoor ontmoedigd. "Hij stoot vaak zijn neus", zegt zijn moeder. Hij is dol op dieren, vooral op vogels. Ook op konijnen.

Verder is er niet zoveel opvallends te vermelden. Van school komen er geen klachten.

Een week later is hij er dan: een vriendelijk klein negertje met stralende ogen en zacht krullend haar. Hoe komt zo'n enig kind aan de overtuiging dat hij níet zo leuk is?

Ik vraag Into wat hij denkt dat de oorzaak is van zijn slechte slapen. Dat zijn de heksen die, ook al is het raam dicht en de deur ook, door de schoorsteen naar binnen komen. Heeft hij dan een schoorsteen op zijn kamer? Nee, maar de heksen komen toch binnen. Heeft hij een idee wat hem zou helpen 's nachts? Ja, hij zou zo vreselijk graag de papegaai uit de huiskamer in zijn kamertje hebben. Moeder verzet zich daartegen, ze vindt dat erg ongezond. Dat kan ik mij levendig voorstellen. Van Into krijg ik niet zoveel meer te horen en ik ben blij dat ik van moeder al genoeg gegevens had gekregen om een verhaal voor hem te schrijven. Bij het maken ervan had ik veel aandacht besteed aan zijn angst dat moeder meer van zijn zusje hield dan van hem en ik had het zo ongeveer opgelost zoals ik dat bij mijn eigen kinderen deed. Op hun vraag van wie ik het meeste hield antwoordde ik: "Van wie bij mij op schoot zit." Als er op momenten van behoefte aan bevestiging ééntje bij mij op schoot geklommen was, wist die dus heel zeker dat hij/zij de allerliefste was.

Uit: Verbeeldingskracht als heelmeester.

Tekst: Anneke van der Meer


Hoe verhalen kinderen genezen, Anneke van der Meer, uitgeverij Synthese, Den Haag.

Meer informatie over Anneke van der Meer en haar publicaties (boeken en cd) is te vinden op

© Helend opvoeden  2025

naar boven