menu

Hoe de zebra zijn strepen kreeg

Tweede klas 7/8 jaar  

Dierenverhalen uit andere streken

Hoe de zebra zijn strepen kreeg

Zamu, de baviaan, zat heel hoog in een oude geelhoutboom. Hij zocht vlooien. Iedere keer wanneer hij eentje vond – en er waren er velen – at hij het op en ging dan verder zichzelf te krabben. Maar hij werd wel moe van al het krabben en zoeken en eten van vlooien. Het was een hete dag, hij geeuwde een grote gaap zodat zijn grote lange tanden zichtbaar werden.

De vallei beneden hem was prachtig, het was overgoten van het gouden licht van de zon. Het water in de dam waar de dieren hun water komen drinken, glinsterden en blonk in het zonlicht. Golvende rimpeltjes schitterden op het water. Het gras wuifde en ruiste in de wind.

"O, wat ben ik toch een grote koning!" riep de baviaan trots hardop.

Toen de baviaan besloot om zijn thuis hier tussen de hoge geelhoutbomen, vol watergat en lang gras te maken, heeft hij aan alle dieren bekend gemaakt dat het van toen af alleen van hem was. "Alles wat jij ziet behoort aan mij, Zanu. Geen een van jullie mogen hier meer zwemmen of drinken. Alleen ik!" Alle dieren gehoorzaamden want ze waren bang voor de baviaan wanneer hij in een slechte luim was.

Weer geeuwde de baviaan, ingenomen met zichzelf. "Kijk eens naar mij! Ik ben de woeste, wreedste en sterkste dier - en ik heb ook het meest haar op mijn lijf! Ik heb haar van de top van mijn hoofd tot aan mijn tenen." Zanu gaf een diepe zucht van vreugde en lachte breed, gelukkig omdat hij zichzelf zo een geweldige kerel vond! Toen leunde hij achterover en begon zijn harige rug te krabben. Maar de domme baviaan was zo zelfverzekerd, min wist hij dat er gauw iets onverwachts ging gebeuren!

Een eindje verder was een kudde zebra's vreedzaam aan het grazen. Ze waren al in het deel van het veld waarvan de baviaan verklaard heeft dat het van hem alleen was. Iedereen in de wijde omtrek wist van de zelfzuchtige arrogante baviaan. Ntlantla, de jongste zebra van de kudde, besloot dat de tijd gekomen was dat iemand de zelfzuchtige baviaan uitdaagde. "Ik zal hem een lesje leren". In die tijd werden zebra's geboren zonder strepen. Ja, ze waren zelfs spierwit, zonder enige kleur hoegenaamd. Hun huid, hun manen en hun staart waren zo wit als de wolken en bleven zo wit hun leven lang.

Welnu, net toen Ntlantla besloot om de baviaan een bezoek te brengen, scheen de zon op zijn witte vacht en weerkaatste precies in Zanu zijn ogen! De baviaan schrok zo toen hij merkte dat iemand in zijn koninkrijk durfde te grazen, dat hij zomaar uit de boom viel, tussen alle takken door. Met een luide plof viel hij op de grond.

Zanu was nu in de verlegenheid. Hij stond op, veegde zichzelf schoon en liet zijn harige vuist zien. Wie durf op mijn land te grazen? Zanu was er gewend aan met andere dieren te vechten. Hij wist heel zeker dat hij enige vijand kon verslaan en dat hij Ntlantla ook van zijn domein kon verdrijven.

De baviaan gromde en raasde en stampte zijn harige voet op de grond. Al de andere dieren kroop achter de bomen weg toen Zanu zo tekeer ging. "Ontmoet mij tegen zonsondergang voor een gevecht!" riep Zanu naar Ntlantla, en stampte weg tussen de struiken om zijn krachten bij elkaar te maken voor het grote gevecht.

Toen de zon in geel en roze tinten onder ging die avond, kwamen alle dieren nader om de grote gevecht te zien. In het midden van een open veld was een groot vuur, zodat ze door konden vechten als het donker werd.

Het duurde niet lang of de baviaan beet de zebra met zijn lange scherpe tanden en greep hem vast met zijn lange klauwen en lederachtige handen. Maar gelukkig was Ntlantla's huid dik en hij gebruikte zijn harde hoeven om de baviaan te schoppen. Zanu joelde van de pijn en gromde woedend. De zebra kreunde en snurkte toen hij weer aanviel. De geluiden van het gevecht was overal in de vallei hoorbaar. Steeds meer dieren kwamen kijken.

Bavianen zijn sterk en het is bekend dat zij lang kunnen doorgaan zonder moe te worden. Ntlantla werd moe en kon niet meer vechten. Ineens raapte Zanu Ntlantla op en gooide hem in het vuur. Ntlantla viel in de vlammen en zijn huid begon te branden. Toen, met een laatste krachtspurt, schopte hij de baviaan een laatste keer. Zanu werd verrast, hij viel om en rolde tegen de berghelling af naar beneden; hij gleed op de gladde rivierwal en viel met een plons in het water. Toen hij in het water landde, hoorde men sssssssss. Zijn billen waren in brand gevlogen! Het water bluste het vuur op zijn achterwerk! Tot vandaag toe hebben alle bavianen een kaal, roodpaars achterwerk.

De dieren probeerde het roet van de witte vacht van Ntlantla af te vegen, maar het lukte niet. De strepen door het roet gemaakt waren gekomen om te blijven. Van toe af aan mochten alle dieren het watergat gebruiken en de vallei was van iedereen.

Vandaag dragen alle zebra's hun strepen met trots, en denken vaak terug aan de dag toen de baviaan overwonnen werd. En de baviaan.. woont op de stenen heuvels, vangt vlooien en doet alsof hij koning is!

© Helend opvoeden  2025

naar boven