menu

Het peperkoekmannetje

De eerste klas 6/7 jaar  

Herhaalsprookje

Het peperkoekmannetje

Een oude vrouw was op een dag peperkoek aan het bakken. Ze hield nog een klein beetje deeg over en maakte daar een mannetje van. Ze gaf hem oogjes, een neus, een lachende mond, door er krentjes in te stoppen. Ze duwde vier krenten op zijn buik, de knopen van zijn pakje. Ze legde hem in de oven. Na een tijdje hoorde ze gerommel aan de ovendeur. Ze deed die open en tot haar verbazing sprong er het peperkoekmannetje eruit! Ze probeerde hem nog te pakken, maar hij glipte weg en riep "Pak me dan als je kan. Ik ben de pi-pa-po-peperkoekenman!"

Ze ging achter hem aan, de tuin in, waar net haar man bezig was een gat te graven. Hij gooide zijn schop neer en probeerde hem ook te pakken, maar het mannetje vloog langs hem heen en riep over zijn schouder: "Pak me dan als je kan. Ik ben de pi-pa-po-peperkoekenman!"

Toen hij de straat op rende liep daar juist een koe voorbij. Die riep: "Ha, boe, een peperkoekenmannetje, dat ziet er lekker uit!"

Maar het peperkoekenmannetje riep: "Ik ben weggelopen voor een oude vrouw en een oude man. Pak me dan als je kan. Ik ben de pi-pa-po-peperkoekenman!"

De koe rende nu achter de oude vrouw en de oude man aan. Toen kwam er een paard aangelopen. "Stop!" riep het paard, "ik wil je opeten."

Maar het peperkoekmannetje riep: "Ik ben weggelopen voor een oude vrouw,een oude man en een koe. Pak me dan als je kan. Ik ben de pi-pa-po-peperkoekenman!"

Het rende verder met de oude vrouw, de oude man, de koe en het paard achter zich aan. Zo kwam de stoet bij een veld, waar mensen aan het werk waren. Ze keken verbaasd op toen ze het peperkoekmannetje en zijn gevolg zagen. Het peperkoekmannetje riep ze toe: "Ik ben weggelopen voor een oude vrouw,een oude man,een koe en een paard. Pak me dan als je kan. Ik ben de pi-pa-po-peperkoekenman!"

En iedereen in het veld gooide zeis en dorsvlegel neer en rende achter het peperkoekmannetje, de oude vrouw, de oude man, de koe en het paard aan. Aan de rand van het veld, bij de oever van een brede sloot zat een vos. "Pak me dan als je kan. Ik ben de pi-pa-po-peperkoekenman!" zei het peperkoekmannetje.

Maar de slimme vos zei: "Waarom zou ik me druk maken om jou te vangen?" Toen zag de vos de lange rij van de oude vrouw,de oude man,de koe, het paard en alle mensen uit het veld. Ze kwamen steeds dichterbij. "Vlug, spring op mijn rug! " riep de vos naar het peperkoekmannetje, "dan zwem ik naar de overkant van de sloot, zodat ze je niet kunnen pakken!"

Het peperkoekmannetje sprong op de rug van de vos en de vos begin te zwemmen. Zo kwamen ze in het midden van de sloot.

"Ga op mijn kop zitten," zei de vos, "anders wordt je nat."

En hij liet zijn rug een beetje zakken. Vlug sprong het peperkoekmannetje op de kop van de vos. Die ging nog dieper in het water liggen. "Spring op mijn neus! Of wil je nat worden?!"

Het peperkoekmannetje wipte op de neus van de vos. Die zwom naar de overkant. Maar net voor hij bij de kant was, deed hij HAP! Het peperkoekmannetje verdween in de bek van de vos en niemand heeft hem ooit nog gezien.

Of de oude vrouw ooit nog een nieuw peperkoekmannetje heeft gemaakt? Dat vertelt het verhaal niet.

© Helend opvoeden  2025

naar boven