menu

Een vlinder ontpopt

Vierde klas 9/10 jaar  

Deel 1

Op een steeltje van een blad zitten er allemaal kleine gele stipjes – waar komen zij toch vandaan? Wat is het? Ze zijn heel klein, je kunt het gemakkelijk missen als jij niet goed kijkt. In elk stipje zit er een piep klein rupsje. Het is nog geen rupsje, maar het is bezig om een rupsje te worden. Het is bijna tijd dat hij er uit mag kruipen. Als het een paar dagen achter elkaar lekker warm is, groeien de rupsjes harder in hun eitjes. Als ze eenmaal buiten in de zonneschijn zijn, dan beginnen ze meteen te eten. Eerst eten zij het dopje van het eitje op. Dan beginnen zij aan het eerste stukje blad dat ze kunnen vinden te knabbelen. Verder eten ze alleen maar bladeren. Iedere dag en zonder van ophouden te weten, blijven ze dooreten! Ze eten en eten en eten en eten. Ze eten zoveel dat hun huid te klein worden! Dan scheurt de huid open. Ze kruipen uit de oude huid. Net zoals jij en ik onze kleren uitdoen, zo doen zij hun huid af! Gelukkig zit er onder de oude huid al een nieuwe, rekbare huid. Ja, die nieuwe huid is net elastiek. Ze kunnen er weer ingroeien. Koop mamma voor jou ook wel eens kleren waarin jij een beetje kunt groeien? Dan gaat het een beetje langer mee. Na een tijdje gebeurt het weer. De oude huid valt er af en er is weer een rekbare huid eronder. Dat gebeurt drie of vier maal in het leven van een rups.

Deel 2

Zo gaat het door met eten en groeien, tot op zekere dag onze rupsje niet meer eet. Hij beweegt zich steeds langzamer. Op een gegeven moment zoekt hij een beschut plekje. Hij gaat zich onder aan een blaadje of aan een takje of steeltje vast zetten. Weet jij hoe hij dat doet? Hij heeft haakjes aan de achterkant van zijn lijf! Hiermee haakt hij zich vast aan een takje en dan hangt hij daar, ondersteboven, aan de tak! Dan beweegt hij helemaal niet meer. Nog een maal splijt zijn huid open. De nieuwe huid eronder wordt hard. Het wordt steeds harder tot het een stevige cocon is. Wij noemen zo een cocon ook een pop. Het lijkt wel of de rups dood is. Hij is stil en hard. Het lijkt wel een steentje dat daar hangt! Wat is er aan de hand?

Het duurt wel een hele tijd voor dat er weer iets gebeurt. Wij zullen moeten wachten.

Deel 3

Daar hangt de pop nu al een paar weken. Binnen in is er wel iets aan de hand, ook al lijkt het van buiten af of onze rups dood is. Op een mooie zonnige dag gebeurt het! Iets beweegt in de pop. Iets probeert zich los te maken uit de pop! Het perst zich langzaam uit de pop. Als hij er eenmaal uit gekropen is, is hij erg moe. Dan moet hij eerst rusten. En wij moeten wel héél goed kijken om te zien wat het is. Want het ziet er nog een beetje bleek en nat en gekreukt uit. Hij rust en tezelfdertijd drogen de warme zonnestralen hem. Langzaam vouwt hij zijn vleugels uit, en dan komen de prachtige kleuren ook tevoorschijn. Het is een vlinder! Hij moet een paar uren wachten tot zijn vleugels stevig zijn en dan pas hij kan vliegen. Het lijkt wel of de zon zin vleugels eerst moet glad strijken! Dan fladdert hij weg. Hij zoekt bloemen. De vlinders zoeken altijd de bloemen op. Zij hebben dezelfde mooie kleuren als de bloemen. Ze horen bij elkaar.

Deel 4

De vlinder dartelt en fladdert vrolijk rond. Hij vliegt naar een vlinderbos. De lila bloemen zitten vol met zoet sap. Dat zuigt de vlinder op. De vinder heeft een lange dunne tong. Eigenlijk is het een rietje. Met dit rietje zuigt hij het sap uit de bloem. De bloem vindt het fijn als de vlinder zijn sap opzuigt De gele poeder in de bloem zit aan de poten van de vlinder vast. Die poeder noemen wij stuifmeel. Als de vlinder straks naar een ander bloem vliegt neemt hij het stuifmeel mee. Dat is nu precies wat de bloem zelf ook heel graag wil. Hij kan niet zelf zijn stuifmeel rondstrooien. De vlinders en de bijen kunnen het voor hem doen. In ruil daarvoor laat hij hen van zijn lekkere zoete sap opzuigen.

Wanneer de vlinder op een bloem zit, lijkt hij zelf net een bloem. Wanneer de vlinder in de lucht rond fladdert, lijkt hij een beetje op een vliegende bloem! Bloemen en vlinders horen bij elkaar. De vleugels van de vlinder lijken een beetje op bloembladeren en de bloembladeren lijken een beetje op vlindervleugels, niet waar? Wanneer de vlinders naar beneden kijken, lijken de bloemen daar onder op de grond weer net vlinders die aan de aarde vastzitten. De vliegende vlinders lijken op bloemen die zich los hebben gemaakt van de aarde en in de hemel rondvliegen!

© Helend opvoeden  2025

naar boven