menu

Christoforus

Tweede klas 7/8 jaar  

Wie kent de legende van Christoforus (ook Christofoor) niet? Christoforus wordt afgebeeld met een reisstaf, door de rivier wadend, diepgebogen vanwege het Christuskind dat op zijn rug zit. De legende schildert hem af als een reus die grote bomen plukte alsof het bloemetjes waren. In het begin van het verhaal wordt hij Offerus genoemd.

Hij trok de wereld in om de machtigste heer te gaan zoeken met als doel hem te dienen. Eindelijk kwam hij bij een koning van wie men zei dat niemand tegen hem op kon. De koning vroeg of Offerus hem wilde helpen met vechten, omdat er juist een oorlog in zijn land woedde.

Toen de vijanden de reus met de soldaten van de koning in de verte zagen aankomen, kozen ze het hazepad. Ter ere van de overwinning van Offerus gaf de koning een groot feest waarbij een zanger allerlei liedjes zong. Opeens las Offerus angst op het gezicht van de koning, terwijl de zanger een lied over de duivel zong.

"Is er dan nog iemand machtiger dan u?", vroeg Offerus.

"Ja", zei de koning, "de macht van de boze is groter, want die beheerst de hele wereld."

Offerus reageerde verder niet, maar de volgende dag vertrok hij. De machtigste wilde hij dienen. Hij zou hem gaan zoeken. Het duurde niet lang of hij voelde de macht van de boze die hem influisterde: "Sla er maar op, maak maar kapot, pak maar mee!" Offerus deed het en hij dacht nu de machtigste heer van de wereld te dienen.

Op een dag zag Offerus een groot kruis staan. Hij merkte dat de boze bang werd en niet verder durfde. "Wat betekent dat?", vroeg Offerus, "is er dan nog een heer die machtiger is dan u?" "Ja", fluisterde de boze hem in, "er is er één die macht heeft over de hemel en de aarde". "Die wil ik dienen", riep Offerus uit. En de boze vluchtte weg. Offerus zocht en zocht, vroeg en vroeg tot uiteindelijk iemand tegen hem zei: "Ga maar eens naar die oude wijze man die daar beneden woont in een grot."

De oude man was verbaasd toen er ineens een reus van een man voor hem stond.

"Wat wil je van me?", vroeg de wijze.

"Zeg me toch: waar kan ik de koning vinden die machtiger is dan de duivel?"

"Ben je sterk?"

"Dat ziet u toch!", reageerde Offerus.

"Ga dan naar beneden, naar de rivier. Daar is geen brug. Je moet de mensen helpen en hen over de rivier heen dragen. Wie mensen helpt, zal de grootste Koning vinden!"

Offerus dankte de wijze en liep naar de rivier om er een hut te bouwen waarin hij kon slapen. Iedere dag droeg hij mensen op zijn sterke rug over de rivier.

Een jaar was voorbij gegaan. Offerus klom omhoog naar de grot van de wijze man en vroeg hem waar die machtigste koning toch was.

"Die zal zeker komen", antwoordde de wijze, "Ga door met het helpen van de mensen."

Maar een jaar later stond de reus weer voor de grot, ontmoedigd. Toch stuurde de wijze man hem weer terug. Telkens weer, wel zeven keer.

Op een nacht stak een sterke storm op waarvan Offerus plotseling wakker schrok. Hij dacht dat hij van de overkant had horen roepen naar alle schijn een kinderstem. Hij stond op, greep zijn stok en stapte de woelige golven in. Nadat hij aan de andere oever gekomen was, zag hij niemand. Alleen de wind die hevig raasde. Verbaasd ging hij weer terug. Nauwelijks was hij ingeslapen of hij schrok weer wakker.

"Ik hoor toch de stem van een kind dat roept!", mompelde hij.

Weer stapte hij het water in.

"Is daar iemand?"

Geen antwoord. Hij keerde maar weer terug naar zijn hut. Langzamerhand ging de storm liggen. Daar hoorde hij weer roepen. "Offerus, kom me halen!"

De reus sprong zijn hut uit en keek het donker in. Aan de overkant van het water bemerkte hij een licht. Terwijl hij door de rivier waadde, zag hij in dat licht een kind staan.

Aan de overkant gekomen, nam hij het kind op en zette het op zijn schouders. Een klein kind was het, maar het leek of het met iedere stap die hij deed, zwaarder werd. Zijn knieën begonnen te knikken, hij kon bijna niet meer verder.

"Het is of ik de hele wereld op mijn schouders heb", zuchtte hij.

Offerus dacht dat hij zou verdrinken, maar het kind reageerde.

"Offerus, je draagt méér dan de wereld. Je draagt Hem die haar geschapen heeft."

Offerus keek omhoog en zag het kind van licht. Zijn gezicht straalde als de zon.

Het was het Christuskind.

"Zeven jaar heb je op Mij gewacht en de mensen trouw gediend. Daarom krijg je van Mij een nieuwe naam. Je heet voortaan niet meer Offerus, maar Christoforus, omdat je Mij gedragen hebt. Steek je staf in de grond. Als uit het dorre hout groen tevoorschijn komt, zul je bij Mij zijn."

Christoforus voelde dat het gewicht op zijn schouders verdwenen was. Ook het vreemde licht. Hij stond nu weer rechtop, liep naar zijn hut en stak zijn stok in de aarde.

Drie dagen riepen de mensen tevergeefs om te worden overgedragen. Mensen kwamen bij zijn hut en vonden de stok die groene blaadjes droeg. Binnen in de hut lag Christoforus. Hij was gestorven. Alle mensen die door hem gedragen waren, treurden.

Iemand ging het de wijze man in de grot vertellen, maar hij wist het al.

"Christoforus heeft de grootste Koning gevonden."

© Helend opvoeden  2025

naar boven