menu

De inktvis

Vierde klas 9/10 jaar  

De inktvis

Plots pakt en knakt hij,
grijpt en zuigt hij.

Om vooraf over te hebben (beeldend laten beleven wat de woorden uitdrukken, NIET alleen maar verbaal uitleggen)

zuignappen
tentakels
voelers
zwemvliezen

In de grote wijde zee, in de diepe blauwe oceaan, zwemt er een heel eigenaardig wezen. Het is rond, niet bolrond als een bal, maar lang en rond. Aan de zijkant van zijn lijf zijn er zwemvliezen, die sierlijk golfen en bewegen wanneer hij zwemt. Het heeft kieuwen net als een vis maar het is geen vis. Aan de voorkant heeft hij twee grote ogen, als schotels zo groot! Zulke grote ogen heeft geen enkele andere dier. Hij heeft verder een heel eigenaardige mond. Het lijkt meer op een snavel van een papegaai dan op een mond van een dier dat in het water leeft. De aller vreemdst zijn de uitsteeksels om zijn mond. Het zijn lange tentakels, ze lijken wel op tongen. Soms houdt hij ze voor hem uit, allen bij elkaar. Dan vormen zij een soort tunnel. Soms bewegen ze overal om hem heen, ze worden dikker en korter of langer en dunner; ze rollen ineen als spiralen of strekken zich uit. Twee van de tentakels tassen en voelen voortduren om hem heen. Zo wordt hij gewaar wat er om hem heen gebeurd. Hij zoekt altijd naar eten. De andere acht tentakels (ja, het zijn er echt zoveel!) helpen bij het vangen van zijn eten. Dat kunnen garnaaltjes zijn, kleine krabbetjes of zelfs kleine visjes. Als er iets langs zwemt, steekt hij bliksemsnel zijn tentakels uit en pakt zijn prooi vast. Aan de tentakels zijn er kleine zuignapjes. Daarmee zuigt de inktvis zijn prooi stevig vast. De prooi kan het niet zomaar weer wegkomen als het eenmaal gepakt is.

Wij zullen de inktvis een naam geven die bij hem past. Hij zou heel goed Schoteloog kunnen heten, vanwege die grote waakzame ogen waarmee hij voortdurend om hem heen kijkt. Wel nu, Schoteloog is een leuk plekje aan het zoeken. Hij heeft honger. Hij weet dat tussen de rotsen vaak eten te vinden is. Als hij héél stil blijft liggen op een rots en héél goed blijft opletten, komt er vroeg of laat altijd iets langs zwemmen!

Schoteloog vindt al snel een goed plekje waar hij kan schuilen. Hij wil absoluut niet gezien worden. Dan zullen de visjes of de krabbetjes weten dat er gevaar dreigt. Daarom gaat hij in een dunne spleet tussen twee rotsen liggen. De rotsen zijn begroeit met algen en zeewier met mooie kleuren: geel en oranje en roze stipjes versieren de stenen. Er zijn verder ook wat zeesterretjes en mooie kleurvolle zeeanemonen. Er groeit overal zeewieren, dat steeds heen en weer zwieren in het bewegende water. Jij moet wel héél goed kijken wil jij schoteloog kunnen zien, daar waar hij zo stil in de rotsspleet ligt!

Maar ook al ligt hij zo stil, Schoteloog slaapt niet. Neen, hij is wakker en waakzaam. Zijn ogen zijn wagenwijd open en hij kijkt heel goed om hem heen. Iedere kleine beweging in het water ziet hij. Zij twee voelers zijn uitgestoken en bewegen zachtjes en voorzichtig in alle richtingen. Zo kan hij voelen of er iets in het water om hem heen nader komt of beweegt.

Niet zo ver hiervandaan, zwemt een hele school (ja, zo noem je een groep vissen die bij elkaar hoort) kleine visjes. Ze zijn aan het zoeken naar kleine brokjes zeewier of andere lekkere hapjes. Ze hebben bijna alles weg gegraasd en zullen spoedig weer verder moeten gaan zoeken. Eén moedig klein visje, dat van avontuur houdt, wilt een nieuw plekje gaat zoeken. Hij laat zijn vriendjes achter en zwemt nu een eindje verder naar een partij rotsen waar hij denkt dat er veel te eten valt.

Het visje weet niet dat er al een ander bezoeker bij de rotspartij op de loer licht! De inktvis is niet te zien, hij lijkt net een rots met algen en zeewier begroeid. Ineens bemerkt de inktvis dat het water in beweging wordt gebracht. Ook al is het maar een klein visje, hij voelt het heel goed op zijn lijf! Met zijn wakkere ogen ziet hij al gauw dat het een visje is, waardoor hij over zijn hele lijf zo trilt. Hij stuurt zijn voelers voorzichtig naar voren en tast rond. Hij wil niet dat het visje hem bemerkt! Hij ontrolt zijn tentakels voorzichtig en houdt ze gereed voor de aanval. Zijn tentakels. De geelroze en witte vlekken op zijn rug kleuren kastanje bruin en koperrood. Zijn tentakels en voelers kleuren roze en groen. Om zijn ogen kleurt het rozerood en blauw met een zilver glans. Op zijn buik bewegen de kleuren als dansende regenboogwolkjes.

Als een bliksemflits schiet de inktvis naar voren. Hij stuurt zijn voelers precies af op waar het water in beweging wordt gezet door het zwemmend nader visje. Zijn acht tentakels zijn recht naar voren gestrekt. Hij beweegt pijlsnel op zijn doel af. Met zijn voelers grijpt hij het visje vast. Met de zuignappen zuigt hij het stevig vast. Er is geen kans meer om te ontsnappen. Ook de tentakels helpen natuurlijk mee. Samen vormen ze een soort tunneltje. Het gebeurt allemaal héél erg snel. De scherpe snavel doet zijn werk, Schoteloog heeft weer een lekker hapje binnen gekregen. Maar nu heeft hij toch wel erg veel zin in meer eten. Het was maar een klein visje. Misschien is er ergens een lekker krabbetje te vinden….

Kijk eens wat hij nu doet! Hij gebruikt zijn tentakels om als een spin over het zand op de bodem van de zee te lopen! Hij lijkt echt wel op een reuze spin als hij zo beweegt. Met zijn voelers woelt hij in het losse zand. Misschien schuilt er een krabbetje of een garnaal in het zand.

Ineens verstijft hij van de schrik! Het water om hem heen trilt tegen zijn lijf. Het is geen klein visje dit keer! De vlekken op zijn rug krimpen tot heel klein en verdwijnen bijna. Hij lijkt wel doorzichtig te worden! Als men niet goed kijkt, zal men niets zien, daar op het zand. Over en door zijn hele lijf voelt de inktvis het grote gevaar dat nu op hem afkomt. Hij ziet een donker vlek boven hem hangen. Wat kan zo een groot donkere schaduw maken?

Onze inktvis blijft niet wachten om te zien wat het is. Door zijn kieuwen spuit hij een donkere, zwartbruine vloeistof. Daarmee maakt hij een grote donkere inktwolk om hem heen, zodat zijn vijand hem niet meer kan zien. Tezelfdertijd zuigt hij zeewater op door zijn mond en duwt het even snel weer bij zijn kieuwen naar buiten. Daardoor schiet hij als een bliksemflits zo snel weg. Dat is een heel slimme manier om snel ergens te komen. Hij kan zo ook achteruit bewegen als het nodig is! Hij lijkt wel een straalvliegtuig!

Boven hem is de haai (ja, dat was de oorzaak van de grote schaduw boven hem) helemaal in de war geraakt. Hij kan niets zien vanwege de grote inktvlek. Ook als hij er uit zwemt, ziet hij nog steeds niets. Zijn lekkere hapje is verdwenen.

Waar is de inktvis? Hij is op zoek naar een rotsspleet waarin hij kan kruipen. Hij vindt een opening tussen twee rotsen en voelt eerst met zijn voelers of er niet al een ander bezoeker in dat donkere holletje licht. Snel glipt hij naar binnen en blijft dan heel stilliggen. Eerst een beetje uitrusten. Hij is erg geschrokken. Hij blijft echter waakzaam. Je weet het maar nooit. Er kan een lekker hapje in de buurt komen, maar ook een vijand…

© Helend opvoeden  2025

naar boven