Het Sint-Jansfeest in de praktijk
Op school
We gedenken de geboortedag van Johannes de Doper. In de oude, heidense culturen werd omstreeks deze datum het midzomerfeest gevierd. Op de dag zelf worden door de kinderen bloemenkransen gemaakt voor op het hoofd.
Er wordt gezamenlijk gepicknickt met door iedereen meegebrachte lekkernijen, kersen en vers fruit. Er worden spelletjes gespeeld en er is een vuur. In vele scholen wordt tegen de avondschemering het Sint-Jansvuur aangestoken. Als de vlammen hoog oplaaien staan allemaal in een kring rond het vuur en worden door de kinderen en ouders Sint-Jansliederen gezongen. Als het vuur iets getemperd is mogen alle kinderen één voor één over het vuur springen.
De kleuters hebben op Sint-Jan een eigen programma op de dag – ze trekken met bloemenkransen op het hoofd naar buiten waar met elkaar spelletjes gedaan worden. Er is buiten een picknick met vers fruit en er worden bellen geblazen.
De traditionele viering
24 juni is de dag van Sint-Jan. We gedenken dan de geboortedag van Johannes de Doper. Johannes was degene die de mensen maande tot inkeer te komen en hun houding te veranderen omdat de komst va de Christus nabij was. Hij doopte de mensen tot Christenen door onderdompeling in het water van de Jordaan. Verwijzend naar de komst van de Christus sprak hij: 'Hij moet groeien, en ik moet afnemen'.
Er is een oud gezegde dat luidt: ' Met Sint-Jan draait het blad zich om'. Na deze dag treed een langzame verandering op inde natuur, die echter meestal pas zichtbaar wordt als de herfst zich in augustus aankondigt. Ook in het oude, heidense culturen werd omstreeks 24 juni een feest gevierd, het midzomerfeest. Dan braken in de natuur alle magische krachten los. Ik de oude Keltische culturen probeerden de druïde tijdens de zomerzonnewende feest iets van de wijsheid van de goden in zich op te nemen. Shakespeare beschrijft in zijn midzomernachtdroom hoe de natuurwezens die nachtvrij spel met de mensen hebben.
Sint-Jansvuur
Op talloze plaatsen in Europa worden nu nog op 24 juni Sint-Jansvuren ontstoken. Dit gebruik stamt uit voor Christelijke tijden. Men kende aan het vuur een reinigende werking toe en ook boze geesten konden erdoor worden verjaagd. Sprong men door de vlammen van het vuur, dan was dat om ongeluk en ziekten te overwinnen. Hoe hoger de vlammen, hoe rijker de oogst. Om het Sint-Jansvuur te ontsteken was haardvuur niet rein genoeg; men maakte vlammen door het wrijven van hout of het slaan op stenen. Acht dagen voor Sint-Jan brandde men in Vlaanderen grote bossen stro langs de straten, zodat de paarden geen koliek zouden krijgen. Houtskool van het Sint-Jansvuur werd bewaard als middel tegen brand! Tenslotte bezat de as ook een geneeskrachtige werking en weerde het boze geesten, ziekte en ongeluk af. Nog steeds springen jonge paartjes over het vuur in de hoop daardoor gelouterd te worden en samen een gelukkig leven te kunnen leiden.
Het grote Sint-Jansvuur wordt meestal 's avonds aangestoken, maar met jongere kinderen kan men dit ook overdag doen. Wees bij het aansteken van vuuruiterst voorzichtig, omdat de natuur in de zomer droog is en er snel brand kan ontstaan. Het is verplicht in een bos van te voren met de boswachter te overleggen. Het is heerlijk om met de kinderen eerst wat hout en ander brandbaar materiaal ter plekke te zoeken om samen het vuurtje op te bouwen. Neem daarvoor dunne, droge takjes en eventueel wat hout van een sinaasappelkist mee. Probeer het vuur zonder papier of ander rook ontwikkelende middelen aan te steken. Het is wel wat moeilijker, maar het geeft de kinderen des te meer voldoening. Van dunne, droge houtjes en houtspanen maken we een soort tent waaromheen het overige hout recht omhoog wordt opgebouwd.
Rond Sint-Jan schieten volgroeide bloemen en struiken vaak opnieuw weer uit : de zogenaamde 'Sint-Jansloten'. Een sprong over het vuur loutert jezelf en geeft je kracht voor de komende donkere tijd.
Kinderen vinden het heerlijk om een vuur aan te steken. Laat ze hun houtjes aan een kaars aansteken, om dan van verschillende zijden het vuur daarmee aan te steken. Misschien zal men moeten helpen door te blazen, maar tenslotte zal iedereen tevreden zijn als het vuur brandt. Kijk met elkaar naar het vuur, naar de kleuren die het heeft, naar de vormen van de vlammen en de wijze waarop het vuur aan het hout likt en er langs omhoog klimt. Hout dat niet helemaal droog is begint in het vuur 'te zweten' , terwijl de harsen in de tak weer een heel nieuw kleureffect geven.
Als het vuur is uitgebrand en er een gloeiende massa met kleine vlammetjes overgebleven is, is het heel feestelijk om er gezamenlijk bij te eten. Men kan er aardappels in poffen, door ze verpakt in zilverpapier, in de gloed te leggen. Ook kan men worstjes aan een houten takje braden. Het bakken van eigen broodjes waarbij stevig deeg om een houten stok gedraaid wordt is een werkje dat grote aandacht en zorgvuldigheid vraagt, omdat het brood kan verbranden als het te lang boven de gloed gehouden wordt, terwijl het niet gaar is, als de kinderen het te vlug weghalen.
Sint-Janskruid
Wanneer je een takje van het Sint-Janskruid in je schoen legt, kun je de volgende dag de dierentaal spreken.
In de Sint-Jansnacht moest de wichelroede gesneden worden en mocht de schipper niet uitvaren. De asperge mag ook na Sint-Jan niet meer gestoken en de rabarber niet meer geplukt. Het Sint-Janskruid (Jaag-de-duivel-kruid) zou boze geesten verdrijven. Het zou behoeden tegen branden en allerlei kwalen, geplukt voor zonsopgang beschermde het tegen de bliksem, welke je rieten dak in lichterlaaie zou kunnen zetten.
Sint-Jansdag was vroeger een algemeen erkende en goed onderhouden feestdag. In deze periode hadden de buitenmensen tijd om feest vieren. De avond ervoor werden 'Sint-Jansplanten' gerooid : Sint-Janskruid, Artemisa, Verbene, Calcarie, Bijvoet, IJserkruid, Ridderspoor, allemaal planten met een bijzondere kracht Hiervan werden Sint-Janskronen gevlochten en boven de huisdeuren gehangen, als machtige tover- en liefdesmiddelen.
Sint-Jan als MidzomerfeestEr is een oud gezegde dat luidt: "Met Sint-Jan draait het blad zich om." Na deze dag treedt een langzame verandering op in de natuur. Ook in oude, heidense culturen werd omstreeks 24 juni een feest gevierd, het midzomerfeest. Dan braken in de natuur alle magische krachten los. In de oude Keltische culturen probeerden de druïden tijdens het zomerzonnewendefeest iets van de wijsheid van de goden in zich op te nemen. Het is het natuurgebeuren dat ons oproept tot een uitbundig feest. Het meegaan met de natuur naar buiten, die ons helemaal mee naar de kosmos neemt.
Wat een rijkdom aan prachtige oude wijsheden. Kennen we ze nog, herkennen we ze nog en willen we ze in onze snel verhardende wereld opnieuw beleefbaar maken? Voor kinderen staan deze tradities, rituelen en beelden , die klare taal spreken tot hun gevoelswereld, heel dichtbij. Maar hoe zit dat met ons, volwassenen? Wij kunnen niet meer putten uit allerlei krachten van vroeger, maar we kunnen ze wel met ons meenemen in gedachten en als actieve deelnemers het Sint-Jansfeest tot een heerlijk zomerfeest maken. Je kunt niet altijd blijven groeien, bloeien en zorgeloos genieten. Er komt een moment dat deze krachten omgewend moeten worden, naar binnen gericht, teruggehouden dienen te worden. Wees niet te snel in je oordeel, laat de warmte je hoofd niet verhitten. Kortom, St. Janstijd is opletten geblazen; verlies jezelf niet.
Uit: schoolkrant V.S. Den Haag St. Jan 199 6auteur: Marianne Commandeur
Geraadpleegde literatuur:
- Emil Bock: De jaarfeesten
- Marieke Anschutz: Omgaan met de jaarfeesten
- H. Sweers: Jaarfeesten B. Barz: Jaarfeesten met kinderen
- A. Boogert: In de stroom van het jaar N.N.: Jonas 1987-1984
© Helend opvoeden 2025
