De paardenbloem als beeld voor Hemelvaart
Een verhaal van Helgo Bockemöhl
Je hebt vast al langs de weg tussen het jonge gras een cirkeltje met kleine getande bladeren gezien. Daar zie je dan zo een bladrozet half liggend, half, rechtopstaand. Het zijn de bladeren van de paardenbloem.
Ze groeien in een kleine cirkel. Als je konijnen of cavia's hebt, heb je vast al van die blaadjes gezocht om aan ze te geven om te eten. Sommige mensen eten ook graag de blaadjes in hun salade. In het midden van deze bladeren zie je hier en daar een knopje op een stengel naar boven groeit.
Wanneer je de mooie paardenbloemen daar ziet, dan weet je dat de ene bloem na de andere wegsterft. En eveneens heb je al gezien, wat er later van wordt: het verandert in een donzig bolletje, een klein balletje. Dit broze, kwetsbare balletje vliegt uiteen als de wind waait of als wij zelf er op blazen. Wat een vreemde verandering maakt dat zongele bloemetje toch door! Eerst sluit het zich en daarna komt het als iets anders te voorschijn. Niet als een gouden zonneschijfje opent het zich weer, maar als een luchtig bolletje dat makkelijk weer uit elkaar vliegt,
Nu groeien de paardenbloemen onmetelijk groot. Zover als de wind waait, net zover waaien deze fijne zaadjes. Want ze kunnen heel gemakkelijk vliegen, die kleine valschermpjes! De wind maakt de paardenbloemenhemel groot en wijd. Net zo wijd als de zaadjes waaien kan! Het is een groot wonder dat het steeds weer gebeurt. Wij vinden het maar heel gewoon omdat het zo vaak gebeurt. Omdat wij het kennen vinden wij het heel gewoon. Zo was het ook met de opgestane Christus. De discipelen hebben hem 40 dagen in hun midden gehad na zijn opstanding. Toen veranderde zijn wezen. Hij werd zo groot als de aarde en de hemel. De Heilige Geest spreidde zijn wezen zo wijd als de hemelen.
Als de fijne zaden van de paardenbloem zover en wijd verspreiden, dan kan men het de Hemelvaart van de paardenbloemen noemen. Ergens dalen de zaadjes op de aarde neer en worden later opnieuw paardenbloemen. Het wonder herhaalt zich telkens. Er komt een bladrozetje en daar vormen weer bloemknoppen aan stelen die zich weer omhoog trekken. De bloemen komen weer tevoorschijn en daarna komen de donzige zaadbolletjes tevoorschijn.
Toen Christus zo hemelwijd werd noemden men het Zijn Hemelvaart. Over heel de aarde gebeurde hetzelfde wonder, net zoals het in het heilige land gebeurde. Vanaf die tijd kunnen mensen Hem ook tussen hen op de aarde hebben. Dan zien ze zijn wezen oplichten en weten zij dat Hij bij hen is.
Geef toch kleine paardebloem,
je pluisjes aan de wind.
lk hoop dat ieder zaadje straks
een aardig plekje vindt.
En dat op al die plekjes
nieuwe plantjes zullen groeien
en overal hier om ons been
weer gele bloemen bloeien.
En dat die bloemen later,
aan het einde van hun leven,
hun pluisjes - net als je
weer aan de wind mee zullen geven.
© Helend opvoeden 2025
