Lichaamsbewustzijn en ruimtelijke oriëntatie, zintuiglijke ontwikkeling
Ontwikkelingsoefeningen
Fijne en grove motorische vaardigheden.
Bewegingsmechanisme inschakelen:
- Primaire bewegingen: tijgeren, kruipen, rollen, sluipen, springen.
- In deken draaien en rollen.
- Op evenwichtsbalk lopen.
- Hielen tegen tenen lopen.
- Rechte lijn & kromme lijn lopen.
- In ritmen lopen (bij voorbeeld kort-kort-lang, lang-kort etc.)
- Tellen bij iedere stap.
- Zwaaien, klimmen, schommelen, achteruitlopen
- Langzaam, normaal of snel lopen, rennen.
- Vegen, harken, graven, emmers dragen, stenen dragen. (arbeidspelletjes)
- Pittenzakjes (met verschillende vullingen), ballen of stokken om door te geven, in de lucht te gooien of te vangen.
- Kegelspelletjes.
- Raak je rechterschouder met je linkerhand etc.
Piaget toonde al in 1940 aan hoe belangrijk fysieke beweging als basis van cognitieve, sociale en emotionele ontwikkeling is.
Bewegingsproblemen hebben hun neerslag in het taalvermogen. Zwakke zintuiglijke ontwikkeling heeft intellectuele en leerachterstand tot gevolg.
Tactiele ervaringen. De tastzin wordt ook ingeschakeld wanneer de ruimte verkent worden of bewegingen gedaan worden - helpt bij het 'thuis voelen' in eigen lijf. Zand, water en modderspelletjes.
© Helend opvoeden 2025
